BULLETIN WIJNANDSRADE - PDF Free Download (2024)

JAARGANG 33 NUMMER 53

BULLETIN WIJNANDSRADE

UITGAVE HEEMKUNDEVERENIGING VRIENDEN VAN WIJNANDSRADE

‘Bulletin Wijnandsrade’ is het informatieblad van de heemkundevereniging ‘Vrienden van Wijnandsrade’, dat twee keer per jaar verschijnt en telkens weer boordevol staat met een gevarieerd aanbod aan lokaal en regionaal getinte bijdragen over vroeger en nu. Mocht ook u een artikel willen schrijven (dan wel behoefte hebben om te reageren); dat kan en daarvoor hoeft u niet in de redactie van dit bulletin te zitten. Ook interesse en inspiratie? U kunt uw bijdrage of reactie inleveren bij het redactie-adres (of mailen naar [emailprotected]). Mocht u in het bezit zijn van oude foto’s, kaarten, prenten, artikelen, enz., die betrekking hebben op Wijnandsrade en die u op een verantwoorde manier in beheer wilt geven of die u bereid bent te laten kopieëren, scannen of fotograferen; neem dan contact op met een van onze bestuursleden. Hetzelfde geldt voor historische attributen of (mogelijke) archeologische vondsten uit de bodem in en rondom Wijnandsrade. De namen en telefoonnummers van onze bestuursleden staan achter in dit bulletin.

BULLETIN WIJNANDSRADE Uitgave van de heemkundevereniging Vrienden van Wijnandsrade Jaargang 33, nummer 53 (zomer 2014)

Redactie

Eppo Brongers, Jan Jansen, Jack Jetten, Jos L’Ortye, Wiel Oehlen, Esther Steins, Hans Toonen

Fotografie

Jan Jansen (tenzij anders aangegeven)

Vormgeving

Marcellino Erven

Redactie-adres

Wiel Oehlen, Swier 47, 6363 CL Wijnandsrade ([emailprotected])

INHOUDSOPGAVE

Deze publicatie is tot stand gekomen met medewerking van Heuts Mobiliteit en Vrijetijd.

Voorwoord (‘Een adellijk deurtje, het oude oksaal en 70 jaar bevrijding’) 4. In memoriam Piet Hock 6. Verenigingsnieuws 9. Zangkoor St. Caecilia Wijnandsrade 16. Gemengd nieuws 20. Eerste H. Communie groep 4 23. De Rode Hoeve 24 Kerkbankdeurtje 27. Afscheid pastoor L’Ortye 30. De ‘Amerikaansche weldoeners’ van onze kerk 33 Uit de oude doos 49. Pas verschenen 49. De Vriendenwinkel 55 Colofon 56. Terloops 57.

Bij de voorpagina

Fraaie slagschaduwen op de geknotte Allee (sfeerimpressie februari 2014)

2

3

Een adellijk deurtje, het oude oksaal en 70 jaar bevrijding Beste Vrienden van Wijnandsrade, Dit is een boordevol Bulletin. U kunt bijvoorbeeld lezen over een gebeurtenis van 150 jaar geleden die nog steeds gevolgen heeft voor het Wijnandsrade van nu. U kunt een verhaal lezen over een geheimzinnige Amerikaanse dame die 70 jaar geleden een besluit nam waarvan we in het heden nog steeds de vruchten plukken. Dat sommige dingen blijven doorwerken doet deugd. Want meestal verdwijnt het verleden achter alle nieuwe dingen in het heden. Ons rest dan slechts wat weemoed. We hebben nog een foto van het vooroorlogse priesterkoor, met beschilderde triomfboog, oude zijaltaren en - als je het weet, zie je het - de oude lambrisering. Maar van de andere kant is niets meer over: sinds het bombardement in 1943 zijn het oude oksaal en orgel definitief uit beeld. Er is een ander orgel, het koor zingt op een nieuw oksaal. Het verleden is verdwenen achter het heden. Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Vrienden gebeurde het omgekeerde: we kregen onverwacht het oude deurtje van de adellijke kerkbank van de baronnen van Wijnandsrade geschonken. Over dat adellijke deurtje en de mensen die wel of niet in de kerkbank achter dat deurtje mochten gaan zitten, heeft pastoor L’Ortye heel wat informatie verzameld. Ik moest denken aan het Nieuwe Testament, Lucas 14,10: “Als u genodigd bent, ga dan liever op de minste plaats zitten. Dan kan het gebeuren dat uw gastheer u komt zeggen: Vriend, kom hoger op!” Dat adellijke deurtje was sinds de oorlog totaal verdwenen, ik had plotseling een tastbaar, vergeten verleden in handen. Dat geeft hoop: misschien heeft u nog ergens vergeten foto’s van het vooroorlogse interieur van onze kerk, vooral van de achterkant. Die zouden we graag eens bekijken om nog meer verleden naar het heden te halen.

(foto: uit het archief van de heemkundevereniging)

Uiteindelijk verdwijnt het verleden altijd achter het heden en elke generatie moet zich een nieuw beeld van zijn verleden vormen. Voor het verleden van ZuidLimburg is september 2014 belangrijk: dan zijn we 70 jaar bevrijd. Er leven nog ooggetuigen van de oorlog en bevrijding, hun getuigenissen mogen niet verloren gaan. De Vrienden van Wijnandsrade hebben op initiatief van de bibliotheek in Nuth enkele ooggetuigenverhalen uit de Tweede Wereldoorlog vastgelegd. Dat zijn mooie verhalen, ze worden na de zomer gepubliceerd. Het publiceren van deze ooggetuigenissen is onderdeel van een reeks herdenkingsactiviteiten in september en oktober. Houdt u er met uw planning rekening mee dat er in onze regio veel aandacht zal zijn voor 70 jaar bevrijding. Ook onze generatie moet zich daar immers een goed beeld van vormen: als we in Europa niet samenwerken, dan blijken we tot de ergste oorlogsmisdaden in staat. Maar eerst hebben we de zomer, een zomer waarin ik u veel leesplezier gun met dit nieuwe Bulletin. Wilfried Dabekaussen (Voorzitter Vrienden van Wijnandsrade) 4

5

In Memoriam Piet Hock Op 2 december 2013 is ons oud-bestuurslid van het eerste uur de heer Petrus Antonius Theodorus Hock in Maastricht overleden. Hij is 90 jaar geworden. Piet Hock werd op 10 januari 1923 in Eijsden geboren als oudste zoon in een gezin van vier kinderen. Zijn moeder was onderwijzeres en zijn vader commies bij de douane. Zijn jongste levensjaren waren gelukkig totdat zijn moeder kwam te overlijden. Hij was toen 11 jaar en zijn jongste zus 2, toen de zorg voor het gezin alleen op de schouders van zijn vader kwam te rusten. Het kwam goed uit dat Piet voor de mulo naar de broeders in Weert kon gaan. Zijn vader had graag dat hij in het “vak” kwam, maar Piet wilde graag het onderwijs in. Hij ging naar de kweekschool in Roermond en studeerde daar af in 1944. De oorlog was toen bijna afgelopen in het zuiden en het Militair Gezag zocht onderwijzers die voor de Koninklijke Marine te Londen testen konden afnemen bij rekruten. Piet meldde zich samen met een kameraad en bleef achttien maanden in Engeland. Na zijn terugkeer in 1946 solliciteerde hij op twee vacatures in het onderwijs, in Schimmert en in Wijnandsrade. Het werd Wijnandsrade, waar hij na sollicitatie bij het toenmalige hoofd der school Jac Vankan werd aangenomen. Het was een klein schoolteam van drie leerkrachten. Hij begon in klas 3/4. Naast het lesgeven moest een jonge onderwijzer van alles zelf doen: ruiten inzetten, daken repareren, kranen vervangen en schoolmeubilair herstellen. Maar Piet was handig en hij deed het allemaal met plezier. Hij was toen 23 jaar. Al na enige tijd kregen Piet en de dochter van het schoolhoofd, Clim Vankan kennis. Zij zagen elkaar vaak, omdat het gezin Vankan naast de school woonde. Op 10 augustus 1948 zijn ze in het gemeentehuis en in de H. Stephanuskerk getrouwd. Een jaar later behaalde hij zijn hoofdakte. Piet raakte al snel maatschappelijk betrokken bij het dorp waar hij zich thuis voelde. Zo werd hij naast zijn functie op de school kassier bij de Boerenleenbank en secretaris van de Woningvereniging. Piet en Clim kregen vijf kinderen, vier meisjes en één jongen. Een gelukkig gezin, veel liefde, veel blijheid. Piet heeft al zijn kinderen op school gehad. In 1961 volgde hij zijn schoonvader op als hoofd. De school was inmiddels uit zijn jasje gegroeid en onder de bezielende leiding van Piet kwam een nieuwbouw van zeven schoolklassen tot stand. Onder het motto “behoud het goede” wist hij samen met collega’s vernieuwingen vorm te geven, die de kwaliteit van het onderwijs in Wijnandsrade verhoogden. Hij stond steeds open voor overleg en hij wist een uitstekende sfeer te scheppen waar allen die bij de school betrokken waren, in gedijden. De school van “meister Hock” had een uitstekende naam in de regio. Intussen was hij een echte vader voor zijn eigen kinderen. Tijdens vakanties trokken ze er met de caravan op uit en bezochten vele landen. De kinderen hebben daar dierbare herinneringen aan. In het dorp was Piet de spil van het verenigingsleven. Hij was voorzitter van het Gemeenschapshuis, het Oranjecomité en het St, Nicolaascomité. Vanaf de oprichting in 1981 was hij bestuurslid van de Heemkundevereniging Vrienden van Wijnandsrade, want hij was echt van dit dorp 6

Piet Hock

7

gaan houden. Als bijzondere hobby had Piet het maken van prachtige klokken. Alle zijn kinderen hebben wel een klok van hem in huis staan. Toen de kinderen het huis uit gingen en er kleinkinderen kwamen, was Piet een geliefde opa. Hij maakte hobbelpaarden en poppenhuizen en kwam altijd graag op bezoek Op 28 oktober 1983 ging hij op zestigjarige leeftijd met vervroegd pensioen. Het werd een feestelijk afscheid, waarin met weemoed werd teruggekeken op een geslaagde loopbaan en een verbintenis aan de Stefanus basisschool van 37 jaar, waarin meer dan 1600 kinderen bij hem in de klas hadden gezeten. Bij deze gelegenheid werd hij benoemd tot ereburger van de gemeente Nuth en twee maanden later tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. In de dertig jaar die volgden hebben Piet en Clim het gaandeweg rustiger aan gedaan. Zij kwamen veel bij de kinderen, die inmiddels over het land verspreid waren gaan wonen en die hun 11 kleinkinderen schonken. Ook zijn er inmiddels verschillende achterkleinkinderen. In 1986 zijn ze in Maastricht gaan wonen in een appartement niet ver van de Maas. Piet had zich verdiept in de geschiedenis van zijn nieuwe woonplaats en gaf daar regelmatig interessante rondleidingen. Maar Wijnandsrade bleven ze trouw en daar kwamen ze nog vaak. In het boek “Wijnandsrade Binnenste Buiten” dat de Vrienden in 2007 hebben uitgegeven, heeft Piet met veel ijver de geschiedenis van zijn school mogen beschrijven. De laatste jaren ging zijn gezondheid achteruit en ook zijn geheugen. In oktober vorig jaar werd hij in het ziekenhuis opgenomen en toen zijn bewustzijn in de laatste weken ernstig verminderde, verbleef hij nog anderhalve week in het verpleeghuis van Heugem. Het was duidelijk dat zijn laatste reis op handen was en op maandag 2 december 2013 is hij vreedzaam ingeslapen. Het afscheid is voor Clim zwaar gevallen, ze zijn tenslotte 65 jaar gelukkig getrouwd geweest. Maar te midden van haar kinderen, klein- en achterkleinkinderen, die ook allemaal een zwaar verlies hebben geleden, koestert zij de liefdevolle herinnering aan een zorgzame en hartelijke man, die een milde kijk op het leven had en die voor velen een grote betekenis heeft gehad. Piet wilde zelf dat het afscheid in de kerk van Wijnandsrade zou plaatsvinden, het dorp waaraan hij altijd zijn hart heeft verpand. Aansluitend is hij gecremeerd in zijn geboorteplaats Eijsden. Het dorp is hem veel dank verschuldigd en met respect zal hij hier door velen worden herinnerd. Hij is in Gods vrede van ons heen gegaan na een rijk en vruchtbaar leven, waarin hij liefdevol en zorgzaam was voor zijn gezin, voor de school en voor velen die hem dierbaar waren.

Verenigingsnieuws In memoriam Op 23 maart 2014 overleed, in de ouderdom van 76 jaar, ons lid de heer Pierre Heijboer. Op 24 maart 2014 overleed, op 79-jarige leeftijd, ons lid mevrouw Ellie Steins-Hendriks, echtgenote van Emile Steins. Voor hen en alle leden die in het verenigingsjaar 2013 overleden werd, tijdens de Algemene Ledenvergadering op 24 maart 2014, twee minuten stilte in acht genomen. Algemene Ledenvergadering 2014 Op maandag 24 maart vond de algemene ledenvergadering plaats in het gemeenschapshuis van Wijnandsrade. Voorzitter Wilfried Dabekaussen heette de 30 aanwezige leden welkom, waarna enkele ogenblikken stilte werd betracht voor de overleden leden in het afgelopen verenigingsjaar. Op de vergaderdag telde onze vereniging 243 leden. De aftredende bestuursleden Ria Marell, Thei Bindels, Arnold de Haas en Henk van Malkenhorst hadden zich herkiesbaar gesteld en werden met algemene stemmen herkozen. De secretaris gaf vervolgens een overzicht van de belangrijkste verenigingsactiviteiten in het jaar 2013, waarna penningmeester

Hij moge rusten in vrede. Algemene ledenvergadering

Het Bestuur

Rein Krikke een toelichting gaf op de exploitatierekening 2013. Op advies van de kascontrole commissie werd het bestuur décharge verleend. Tijdens de rondvraag stond de vergadering een belangrijke verrassing te wachten. Pierre Snijders bood de heemkundevereniging, namens de heer Léon Bogman, een zwaar eikenhouten deur aan met het wapen van Von Bongart. Deze deur sloot zeer waarschijnlijk de voorste 8

9

bank in de St. Stephanuskerk af, de bank die gereserveerd was voor de adelijke familie. Na de bomschade in 1943 werd de deur opgeborgen in de oksaalruimte achter het orgel. De voorzitter zei namens de vereniging zeer vereerd te zijn met dit kostbaar geschenk. Na de pauze volgde een boeiende lezing, film- en diapresentatie door de heer Hub Lacroix uit Beek over “de huisslacht in vroegere tijden”. Een tafel, een authentieke slachtladder vol attributen en een historisch verantwoorde film riepen herinneringen op aan een nu bijna vergeten, maar vroeger heel gewoon tafereel in onze dorpen: het slachten van een varken bij de mensen thuis.

Dodenherdenking Wijnandsrade Sedert 1986 is het een traditie dat op 4 mei in Wijnandsrade een dodenherdenking wordt gehouden. In dat jaar werd nabij de parochiekerk van St. Stephanus een gedenksteen geplaatst ter herinnering aan de geallieerde soldaten, die ter plaatse tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gesneuveld. Ook dit jaar werd dit offer voor onze bevrijding op eervolle wijze herdacht. Om 18.00 uur vond een gebedsdienst plaats in de St Stephanuskerk, waarna een korte plechtigheid plaats vond nabij de

Leerlingen van de St. Stefanusschool v.l.n.r.: Jikhe Ridderbeks, Romee Bormans, Lianne Dautzenberg en Lou Starmans.

Burgemeester Schmalschläger

oorlogsplaquette bij het oude kerkhof. De burgemeester en gemeentesecretaris van Nuth waren aanwezig. De Heemkundevereniging Vrienden van Wijnandsrade organiseerde deze plechtigheid in gewaardeerde samenwerking met het kerkbestuur, de basisschool van Wijnandsrade de Koninklijke Erkende Fanfare St. Caecilia, het gemengd kerkelijk zangkoor St. Caecilia, het gemeentebestuur van Nuth en Scouting Nuth.

Lezing door de heer Lacroix, na afloop van de algemene ledenvergadering

10

Kapelaan Geilen

11

De Isidorus-Gerardus Route In het voorjaar van 2002 werd door Wiel Oehlen en Hub Ritzen het initiatief genomen om, uit dankbaarheid voor de realisatie van de Isidoruskapel, vanuit Wijnandsarde een voettocht te organiseren naar het pelgrimsoord van St. Gerardus in Wittem. Dit beviel zo goed dat besloten werd er een vaste traditie van te maken. Niet veel later is Hub Ritzen plotseling overleden. Het jaar daarna is, onder de bezielende leiding van Wiel Oehlen en Jan Jansen, deze fantastische wandeling, telkens op de eerste woensdag in juni, voortgezet. Beide heren hebben in het najaar van 2013 de organisatie van deze mooie traditie overgedragen aan de heemkundevereniging. Op 27 januari 2014 is het Dagelijks Bestuur hiermee unaniem akkoord gegaan. Ook het Algemeen Bestuur gaf op 17 februari 2014 haar fiat. Jo Luijten heeft zich toen bereid verklaard deze wandeling op woensdag 4 juni 2014 verder te organiseren, zulks met assistentie van Rineke Marell. We zijn Wiel Oehlen en Jan Jansen zeer erkentelijk voor het feit dat ze de wandeling recent in haar geheel hebben gelopen en verbeterd, zodanig, dat alle natuurschoon door heuvels en dalen en langs meanderende beekjes, nog beter tot zijn recht komt. De traditie volgend hebben de wandelaars zich op 4 juni, om 08.45 uur verzameld bij de Isidoruskapel in Swier, en na het maken van de groepsfoto, vertrokken zij om 09.00 uur richting Wittem. Uiteraard werd dankbaar gebruik gemaakt van een tweetal rustpauzes, niet alleen als sanitaire stop, maar ook om de inwendige mens te versterken tijdens deze stevige tocht. De bedoeling is deze geweldige traditie in 2015 voort te zetten.

141ste Bedevaart naar de Basiliek van Sittard Op zondag 4 mei vond voor de 141ste keer de jaarlijkse bedevaart plaats van Wijnandsrade naar de basiliek van O.L. Vrouw van het Heilig Hart in Sittard. De meeste deelnemers verplaatsten zich via openbaar vervoer of per auto naar het station van Sittard. Een select gezelschap legde de heenweg van 16 kilometer, naar oud gebruik, te voet af. De deelnemers aan deze voettocht vertrokken om 6.00 uur op de parkeerplaats bij de St. Stephanuskerk. Na deze natuurrijke wandeling, onderbroken door een welverdiende rustpauze in Schinnen, sloten de wandelaars zich rond 10.00 uur nabij het station van Sittard aan bij de overige deelnemers. Vanaf het stationsplein trok het hele gezelschap, onder begeleiding van de Koninklijk Erkende fanfare St. Caecilia, in processie door het centrum van Sittard naar de Basiliek alwaar om 10.30 uur een H. Mis begon. Deze werd opgeluisterd door het Gemengd Kerkelijk Zangkoor van Wijnandsrade. Deze mooie wandeling werd georganiseerd door de heemkundevereniging Vrienden van Wijnandsrade en wederom begeleid door Esther Steins en Math Marell. Zij verdienen vanaf deze plaats een bijzonder woord van dank! Bezoek aan Beegden Dat reeds eerder een bijzondere band is ontstaan met de Stichting Werkgroep Heemkunde Beegden blijkt wel uit hun uitnodiging aan onze vereniging om op 17 mei een excursie te beleven in hun dorp met een rijke historie, diverse monumenten, natuurschoon en bezienswaardigheden. Niet onbelangrijk dat Pierre Snijders daarbij als “verbindingsofficier” heeft gefungeerd. Het programma op die dag was rijk gevuld en veelbelovend. Om 10.00 uur was er een kennismaking met koffie en vlaai. Hierdoor gesterkt werd daarna de z.g. “Sagenroute” gelopen. In gemeenschapshuis “’t Leuke” werd een eenvoudige lunch genuttigd en vond een projectie plaats van diverse wetenswaardigheden over Beegden. Als sluitstuk waren we te gast in de Sint Lindermolen. Hier werd alles uitgelegd over de werking van de molen en het malen van het graan. Na een lekker drankje werd om 15.00 uur de terugreis aanvaard naar Wijnandsrade met de herinnering aan een leerzame dag. De Poëziewandelroute De heemkundevereniging heeft in 2013 het initiatief genomen om langs historische en inspirerende plekken in en rondom Wijnandsrade een poëzieroute uit te zetten. Inmiddels heeft de gemeente Nuth hiervoor haar steun uitgesproken. Na een startsubsidie van 500 Euro volgt in de toekomst een vervolgsteun van 2000 Euro. Inmiddels is een aanvang gemaakt met het vormen en benoemen van een deskundige jury die alle ingezonden gedichten gaat selecteren en beoordelen. Een aparte werkgroep zal in de loop van dit jaar advies uitbrengen over de te kiezen route. Daarnaast zal een communicatieplan ervoor gaan zorgen dat de overheid, media, inwoners en mogelijke sponsoren adequaat worden geïnformeerd.

Wegkruis nabij Colmont, op de route van de Isidorus Gerardus wandeling

12

13

Bokkenrijderswandelingen Aangezien de Bokkenrijders ook in Wijnandsrade hun sporen hebben achtergelaten is het de bedoeling is om in de loop van dit jaar, in samenwerking met de Heemkundevereniging Schinnen, het Panhuijs en de St. Stephanuskerk van Wijnandsrade te betrekken bij de bestaande wandelroutes vanuit Schinnen naar Wijnandsrade. In het verlengde daarvan bestaat de mogelijkheid om tevens een historisch thema te gaan wijden aan de Bokkenrijders. WO II: 70 jaar bevrijd Op initiatief van Maria Kleijnen van de Openbare Bibliotheek in Nuth heeft onze vereniging enkele uniek interviews gehouden met personen uit Wijnandsrade en omgeving die de Tweede Wereldoorlog en bevrijding van nabij hebben meegemaakt en hun ervaringen van toen met ons willen delen. In september, als we in onze regio 70 jaar bevrijding gaan vieren, worden deze interviews geplubiceerd door Unicef. Dan is er in de bibliotheek ook een tentoonstelling, en een herdenkingscafé. Op 4 en 5 oktober zal de reenactmentgroep “Taste 44” de bezoekers binnen kasteel Wijnandsrade een aantal facetten van WO II laten meebeleven. Niet alleen met door de Duitsers en geallieerden gebruikt materiëel, kleding en uitrusting, maar ook met voedsel dat in de oorlogstijd werd gegeten. Onze vereniging zal in het kasteel aanwezig zijn met een stand. Ook de leerlingen van de basisschool St. Stephanus zullen erbij worden betrokken. Afscheid pastoor Jos L’Ortye (maar niet als bestuurder van onze vereniging) Met enige weemoed hebben we op zondag 2 februari 2014 in het gemeenschapshuis afscheid genomen van onze pastoor, Jos L’Ortye. Hij kreeg een stevige handdruk en goede wensen. Het bestuur van de Vrienden had eerder unaniem besloten om pastoor Jos L’Ortye te benoemen tot erelid van de Vrienden van Wijnandsrade. Tijdens de afscheidsreceptie werd hem de bijbehorende oorkonde aangereikt. Meneer pastoor veronderstelde dat hij, ondanks zijn vertrek als pastoor van Wijnandsrade, bestuurslid van de Vrienden kon blijven. Dit werd door het bestuur met blijdschap bevestigd. Jo Luijten, (secretaris)

De grote binnenplaats van het kasteel heet sinds 20 juli 2013 ‘Jo Berger Plej’. Dit als blijk van waardering voor het belangrijke werk en de enorme inzet van Jo Berger bij de restauratie van het plaatselijke kasteel.

14

15

Zangkoor St. Caecilia Wijnandsrade Een interview met Sjef Sluijpers In 2013 vierde kerkelijk zangkoor St Caecilia zijn 150 jarig jubileum. Het koor is daarmee de oudste vereniging van Wijnandsrade. In een enerverend interview vertelt koorlid Sjef Sluijpers over het ontstaan van zijn voorliefde voor Gregoriaanse kerkmuziek en legt hij mij uit wat het geheim is achter anderhalve eeuw zangcultuur in Wijnandsrade. Sjef Sluijpers, geboren in 1933 te Heerlen, bracht zijn jeugd door in Brunssum. Daar doorliep hij tijdens de oorlogsjaren de lagere school. Als 12 jarige reisde hij al dagelijks per tram naar het Bernardinus College in Heerlen. Dat was een hele klus want direct na de oorlog waren de vervoersmogelijkheden nog zeer beperkt. En fietsen waren er gewoonweg niet! In 1948 zette hij de studie voort aan de Bisschoppelijke Kweekschool voor onderwijzers in Roermond. Het was een internaat en destijds de enige mogelijkheid in Limburg om opgeleid te worden tot leerkracht binnen het Rooms Katholieke onderwijs. Later wist hij parttime bij de Katholieke Leergangen in Tilburg meerdere bevoegdheden voor het voortgezet onderwijs te behalen. In Roermond echter maakte hij voor het eerst echt kennis met muziek. De leerlingen kregen uitgebreid de kans zich te oriënteren op dit terrein: zo kreeg men de kans muziekinstrumenten te bespelen, deel uit te maken van een schoolorkest of zangkoor. Aangezien het een Rooms Katholieke opleiding betrof, was het instituut nauw verbonden met de Gregoriaanse muzikale vormgeving. In de muzieklessen

(foto: Esther Steins)

vormde het boek getiteld “Liber Usualis, missae et officii pro dominicus et festis” een belangrijk bestanddeel. Dit boek is volgens Sjef een Latijnse verzameling van de meest gebruikte Gregoriaanse liederen in de katholieke kerk. Tijdens het interview liggen dit boek en enkele andere boeken met Gregoriaanse liederen op tafel en heb ik zelfs de eer dat Sjef een gedeelte van een Gregoriaans lied voor mij zingt. Dat Sjef in zijn werkzame leven heeft gewerkt als docent scheikunde aan de Mulo in Treebeek en het Romboutscollege in Brunssum, is tijdens het interview goed te merken aan zijn solide manier van het geven van uitleg, over bijvoorbeeld het verschil tussen Gregoriaans en standaard notenschrift. Daarnaast worden jaartallen en namen van relevante personen soepel uit de mouw geschut. Dit laatste heeft ook te maken met het feit dat Sjef bezig is met het schrijven van een boek over 150 jaar zangkoor St Caecilia. Hiertoe heeft hij zich afgelopen anderhalf jaar verdiept in onder andere goed bewaard gebleven notulen, kasboeken en andere geschriften over de vereniging. Sinds de kennismaking met Gregoriaanse kerkmuziek op het internaat in Roermond, heeft Sjef een voorkeur ontwikkeld voor deze muziek boven de reguliere kerkmuziek. Volgens hem heeft dit te maken met het feit dat Gregoriaanse muziek “puur, echt en oud” is. “Dit notenschrift, dat ontstaan is in de elfde eeuw, t.o.v. regulier notenschrift dat pas ontstond in de 15e eeuw, heeft zich door de eeuwen heen gehandhaafd”, aldus Sjef. Tijdens de modernisering van de R.K. kerk, ook wel het tweede Vaticaans Concilie genoemd (1962-1965), kwam er meer aandacht voor profane en meerstemmige muziek in de moedertaal. Hierdoor raakte de Gregoriaanse muziek enigszins op de achtergrond. Zangkoor St Caecilia van Wijnandsrade werd in 1863 in het leven geroepen door pastoor Princen. Hij vond immers dat het tijd werd voor gedegen zang in de kerk.Tot

Novi Cantus (foto: uit het archief van de heemkundevereniging)

16

17

het gewone.” Het koor heeft volgens hem de taak om mensen in een stemming te brengen waardoor ze ontvankelijk zijn voor het sacrale gebeuren aan het altaar. Deze dienende taak kan een koor volgens hem enkel uitvoeren wanneer er mensen in de kerk zijn. Het feit dat gedurende de laatste decennia sprake is van behoorlijke afname van het aantal kerkbezoekers, baart hem hierbij weleens zorgen: “als er geen mensen meer naar de kerk komen, heeft het koor ook geen functie meer.” Het huidige koor bestaat uit 35 personen. Er zijn meerdere personen die al diverse jubilea hebben doorgemaakt. Daarnaast heeft het koor recent ook nog nieuwe leden gekregen. Sjef omschrijft het als een gezellige club. Het bijzondere aan het gezelschap vindt hij dat men op een serieuze wijze bezig is met repetities, maar dat daarnaast ook plaats is voor humor, gezelligheid en sociale steun in moeilijke tijden. Voorts is het nivo van het koor goed, het meerstemmig repertoire breed en staat het onder leiding van een bekwame dirigent. Deze elementen zorgen ervoor dat Sjef altijd uitkijkt naar repetities en uitvoeringen. Zoals al eerder in dit interview aangegeven, gaat de passie van Sjef vooral uit naar Gregoriaanse muziek. Met een clubje van afgevaardigden uit het koor, repeteert Sjef een aantal keren per jaar voor uitvoeringen van deze muziek met bepaalde feestdagen en op aanvraag. Het Gemengd Kerkelijk Zangkoor

die tijd zong pastoor voor en de koster na. Pastoor Princen stuurde schoolmeester Eyck het dorp in om jonge mannen te werven voor dit koor. Zo werd een koor geformeerd, bestaande uit 12 jonge mannen. Een koor was in die tijd een “eliten aangelegenheid” volgens Sjef, omdat men naast een goede stem, ook moest kunnen lezen. Aangezien er in die tijd nog geen leerplicht bestond, was dit laatste zeker niet voor iedereen weggelegd. Hoewel in 1860 al een kerkorgel werd aangeschaft, zong het nog jonge koor nauwelijks in de kerk, maar ging het met name op concours op weidefeesten in de omliggende kerkdorpen. Dit gebeurde onder het genot van alcoholische dranken. Rond 1867 werd het koor uiteindelijk omgesmeed tot een kerkkoor.Vanaf 1920 brak een periode aan waarin de burger meer te zeggen kreeg; “de mentale groei van de bevolking”, aldus Sjef. In die periode werd de tot dan toe, met name boerenbevolking van Wijnandsrade, aangevuld met mensen met andere beroepen, zoals mijnarbeiders. In 1936, ten tijde van een vooruitstrevende pastoor, werd dan ook een koorbestuur opgericht. Tot 1936 zijn er nauwelijks notulen omdat overleg inzake het koor met name een aangelegenheid was tussen pastoor en de koster. Tot 15 maart 1966 was zangkoor St Caecilia enkel een mannenkoor, met de modernisering van de R.K. kerk, werd in Wijnandsrade ook een gemend wereldlijk koor opgericht, genaamd Novi Cantus. Hiermee ontstonden twee koren in Wijnandsrade. Beide koren fuseerden uiteindelijk tot het gemend kerkelijk zangkoor. Sjef is sinds 11 jaar lid van het koor. Daarvoor zong hij o.a. in koren in Treebeek, Amstenrade en Brunssum. Hij is van mening dat het kerkkoor met name een dienende taak heeft, of zoals hij het verwoordt: “het uitstijgen boven

Sjef is hard bezig met de afronding van zijn boek over 150 jaar zangkoor in Wijnandsrade. Mijn belangstelling heeft hij in ieder geval middels dit boeiende interview gewekt! Esther Steins

Sjef Sluijpers (foto: Esther Steins)

18

19

Gemengd Nieuws Wijnandsrade 14 juni 1933 – Dezer dagen had de begrafenis plaats van dhr. H. Drummen, oud-gemeentesecretaris en ambtenaar van de burgerlijke stand en directeur van de Boerenleenbank. Dhr. Drummen werd in 1905 tot gemeentesecretaris en ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd. Waar zijn vader burgemeester van Wijnandsrade was, had de overledene gelegenheid genoeg om zich in gemeentezaken te bekwamen. Dit gevoegd bij zijn joviale omgang en de bereidwilligheid om iedereen te helpen, maakte hem tot een algemeen geacht persoon, ook buiten onze gemeente. Met dhr. Drummen gaat een algemeen geacht inwoner van Wijnandsrade heen. Hij ruste in vrede! N.B. Hubert Drummen werd geboren op de Hoeve Laar 7 november 1866. Hij was plv. gemeentesecretaris vanaf 9 juli 1895 onder zijn vader burgemeester Louis Drummen. Hij werd tot secretaris benoemd op 27 mei 1905. Zijn vader was op 71-jarige leeftijd overleden op 13 mei 1905 , zodat er wettelijk geen beletsel meer bestond voor de benoeming. Hubert vroeg ontslag aan op 1 april 1933. Hij overleed op 6 juni 1933 en werd begraven in het familiegraf op de begraafplaats bij de kerk (vlakbij de ingang van de sacristie). Wijnandsrade 6 februari 1967 – Een grandioze prinsewagen was het sluitstuk van een geslaagde optocht in Wijnandsrade. Prins Nol I (Rietra), afkomstig uit het gehucht de Vink, zat in een prachtige vogel, versierd met duizenden rozen en omgeven door tanzmariechen en hofdames. In totaal trokken 13 wagens, diverse groepen en talloze Einzelgänger door de straten van Wijnandsrade. Vele wagens hekelden de plaatselijke politiek. Zo reed er een wagen mee die de recente verhoging van de gemeentebelasting onder de loep nam.Tevens vond er een aardgasontploffing plaats en trok er een rijdend postkantoor mee. De nieuwe buurt kwam met een wagen “Op naar de 1500 inwoners”. De optocht, die om 17 uur werd ontbonden, kon zich verheugen op een grote publieke belangstelling. De uitslag was als volgt. Wagens: 1 Kasteleins;2. Bouwplan;3. Geneeskundige dienst; 4. Op naar de 1500 inwoners; 5 Belastingen; 6. Beatgroep; 7 Aardgas; 8. Rally Monte Carlo. Groepen: 1. Mijnwerkers naar de DAF; 2. Skelters; 3. Ne nieuwe slechter. Einzelgänger: 1.Hongerstaking in Vietnam; 2. Rijdend postkantoor. Wijnandsrade 25 oktober 1946 – Wijnandsrade heeft zijn nieuwe herder een hartelijke ontvangst bereid. De belangstelling was enorm. Zondag om 4 uur arriveerde de nieuwe pastoor, de zeereerwaarde heer J. Deckers, voorafgegaan door een keurige stoet van ruiters, aan de grens van de gemeente nabij Hellebroek. Hier werd hij toegesproken door burgemeester G. Opfergelt en een page, die tevens het herdersschopje aanbood. Onder vrolijke marsmuziek van de fanfare defileerden alle verenigingen en de schoolkinderen, die langs de bevlagde straten de nieuwe herder naar het kerkgebouw begeleidden. Namens de parochianen sprak pater Joseph, terwijl twee bruidjes bloemen aanboden. In de versierde kerk hield 20

de hoogeerwaarde heer Deken Kusters na voorlezing van het benoemingsbesluit een toespraak, waarin hij uiting gaf aan het vertrouwen, waarmede Wijnandsrade de nieuwe pastoor ontvangt, een vertrouwen dat steunt op de feiten van offervaardige toewijding en plichtsbetrachting, getoond gedurende 16 jaren in zijn vorige standplaats Lindenheuvel. Spreker vroeg een hartelijk gebed voor de pastoor. Na de installatieplechtigheid betuigde pastoor Deckers zijn oprechte dank voor de buitengewone hartelijkheid, waarmede hij in Wijnandsrade ontvangen was. De pastoor is zich bewust van de bijzondere verplichtingen, welke deze tegemoetkoming hem oplegt en zeide zich geheel te zullen geven aan het geestelijk en lichamelijk welzijn van zijn parochianen, zonder aanzien van staat of stand en vooral dáár waar hulp het meeste nodig is. Met het werkprogramma van de H. Paulus voor ogen, stelde hij zich voor onpartijdig en zonder aanzien des persoons zijn ambt te vervullen en Christus in alles te eren. Tenslotte deed hij een beroep op alle parochianen hem in zijn taak te steunen en dikwijls voor hem te bidden. ’s Avonds om half negen brachten de fanfare en het kerkelijk zangkoor aan de pastorie, die smaakvol door de jonkheid onder leiding van mej. Elisabeth Opfergelt versierd was, een serenade waarbij diverse sprekers het woord voerden. Pastoor Deckers betuigde nogmaals zijn oprechte dank, waarna de herder hier voor het eerst zijn priesterlijke zegen gaf. N.B. Pastoor Joannes Hubertus Deckers was op 8 januari 1906 te Margraten geboren en op 5 april 1930 in Roermond tot priester gewijd. Hij was daarna kapelaan in Lindenheuvel totdat hij bouwpastoor in Wijnandsrade werd. Onder zijn leiding werd het herstel van de gebombardeerde kerk in 1947 voltooid. Hij werd in 1950 in Rothem tot pastoor benoemd, waarna hij van 1955-1966 deken van Susteren was. Hij is op 16 augustus 1973 in Susteren overleden. Wijnandsrade 31 juli 1928 - De Paters Minderbroeders-Conventuelen, die reeds in de Mijnstreek zulk verdienstelijk parochiewerk verrichten, zullen dezer dagen in Wijnandsrade een apostolische school openen. Daartoe hebben de paters de beschikking gekregen over een groot deel van het aloude kasteel met tuinen en vijvers, waar van 1872 tot 1910 de uit Duitsland verdreven Paters Jezuïeten verbleven. Thans is men druk bezig, het kasteel te restaureren en voor de nieuwe bestemming gereed te maken. Volgens de Zuid-Limburger zullen reeds verschillende leerlingen het juvenaat, dat aan “Christus Koning” is gewijd, bevolken. Drie professoren, die pas hun hogere studies in Assisië hebben voltooid, zullen de colleges leiden. De Hoog Eerwaarde Provinciaal, pater Carolus Hoyng, zal eveneens zijn verblijf in Wijnandsrade houden. Wijnandsrade 12 november 1930 – Het college Christus Koning der Paters Minderbroeders-Conventuelen, tevens moederhuis van de Nederlandse Provincie, een paar jaar geleden gesticht door de H.E. pater Carolus Hoyng, provinciaal, dat gehuisvest is in het eeuwenoude kasteel te Wijnandsrade en reeds eerder tot verblijf diende aan de Duitse Jezuïeten, zal belangrijk worden uitgebreid. Het kasteel is van monumentaal belang verklaard. De plannen zijn ontworpen door ir. Swinkels te Maastricht. Er komt plaats voor 60 studenten. Regering en provincie 21

verlenen subsidie voor de uitbreiding, die geschieden zal in het karakter van het goed geconserveerde gebouw. N.B. De haaks staande gebouwen van het kasteel werden in de rechterhoek met elkaar verbonden en er werd een ingang gemaakt, die via een houten brug direct toegang gaf tot kerkhof en parochiekerk. Wijnandsrade 6 juli 1971 - De vijver in Wijnandsrade grenst voor een groot deel aan het kerkhof naast de parochiekerk en daarom gebeurt het niet zelden, dat vissers het grasveld van de laatste rustplaats als stekje gebruiken. Dit werd de parochiegeestelijkheid te gortig. Ze besloot daarom de bezoekers schriftelijk te verbieden vis- en speelactiviteiten op de gewijde grond te ontplooien. Alleen de formulering van het verbod viel nogal ongelukkig uit, zoals de foto bewijst. Toch hoopt de geestelijkheid dat het helpt en dat de aanplanting op het kerkhof niet langer vernield wordt door de vrijetijdsbesteding van de vis- en speellustige Wijnandsradenaren. N.B. Zie op de foto de tekst. Het bord is op zekere dag verdwenen, maar de heemkundevereniging heeft een nieuw bord met dezelfde tekst beschikbaar.

Wijnandsrade 6 januari 1933 – Donderdagmiddag 5 januari heeft zich op het D.P.-station te Rotterdam een tragische geschiedenis afgespeeld, aldus de Maasbode. In de trein die te 1 uur uit Amsterdam aankomt, bevond zich een geestelijke die als onze inlichtingen juist zijn, vergezeld was van zijn vader en broers. Tijdens de reis heeft deze geestelijke plotseling tekenen van verstandsverbijstering vertoond. Bij het verlaten van de trein verloor de ongelukkige alle bezinning en daar hij voor zijn omgeving gevaarlijk werd , heeft men hem met vier man overmand en naar een wachtkamer gebracht. Vervolgens heeft men de Geneeskundige Dienst gewaarschuwd, die de ongelukkige op een brancard heeft gebonden en naar het ziekenhuis aan de Coolsingel heeft gebracht. Zijn toestand is van zo ernstige aard, dat verder vervoer op het ogenblik dat wij dit schrijven, onmogelijk is. Nader vernemen wij, dat de geestelijke hierboven bedoeld, een pater Minderbroeder-Conventueel en leraar aan het Juvenaat “Christus Koning” te Wijnandsrade is. De ongelukkige is 33 jaar oud. (Uit het knipselarchief van Jack Jetten)

Eerste H.Communie groep 4 Hemelvaartsdag 29 mei 2014

Bovenste rij: Sem Meijers, Ingo Driessen, Lize Luyten, Femke Snijders, Esmee Marell. Onderste rij Cas Limpens, wesley Woudstra, Melvin Bruls, Lars Habets, Jeron Snijders, Kjell Wimmers

Wijnandsrade 25 juli 1890 – Z.D.H. Mgr. Franciscus Boermans bisschop van Roermond heeft woensdag 23 juli in het klooster der eerw. Paters Jezuïeten te Wijnandsrade aan achtentwintig eerw. Fraters de tonsuur en mindere orden toegediend.

22

23

De Rode Hoeve Kroonluchteratelier in Swier Het heeft even geduurd, maar hoeve ‘De Oude Bongard’ heeft een herbestemming gevonden. En gelijk een blikvanger! Het monumentale pand is onlangs omgetoverd tot een schitterende, maar vooral ook glinsterende galerie; boordevol kroonluchters, plafonnières, wandlampen en andere interieurdecoraties.

De galerie opende in oktober 2013, onder de beeldende naam ‘De Rode Hoeve’, haar deuren. De nieuwe bewoners Gerrit en Anneke Aan ’t Goor hebben de Bongard daarvoor ingrijpend verbouwd tot een grote showroom, bestaande uit een aantal in elkaar overlopende ruimtes waarin ontelbare lampen en aanverwante blikvangers vallen te bewonderen. De galeriehouders stapten begin deze eeuw in de wereld van de kroonluchters. Zij begonnen toen met een eerste vestiging in het Gelderse Oldebroek. Omdat zij ook graag goed bereikbaar wilden zijn voor hun klanten uit België, Duitsland en Frankrijk gingen zij een tijdje geleden op zoek naar een tweede locatie. En dat heeft hen uiteindelijk in Wijnandsrade gebracht, op een plek die volledig bij hun bedrijf past: de entree van de statige Allee richting het plaatselijke kasteel.

Maar uiteindelijk zagen hij en zijn vrouw toch meer in kroonluchters. En wat als een hobby begon is inmiddels uitgegroeid tot een bedrijf dat beschikt over twee vestigingen en de grootste kroonluchtercollectie van Nederland en België. Dat het echtpaar aan de weg timmert mag onder andere blijken uit het feit dat een aantal kroonluchters van De Rode Hoeve onlangs nog viel te bewonderen op de TEFAF in Maastricht.

Voordat Gerrit Aan ’t Goor zich in de branche van de kroonluchters stortte was hij actief op muziekgebied. Hij was in dat verband onder andere betrokken bij de organisatie van de EO-Jongerendag, maakte concertreizen naar Amerika en schreef liedjes, waaronder in het jaar 2000 de Finse inzending voor het Eurovisie Songfestival. De zangeres Nina Aström eindigde toen met het liedje ‘a little bit’ in de eindronde van het festival op de achttiende plaats. 24

25

Kerkbankdeurtje Tijdens de algemene ledenvergadering op 24 maart 2014 heeft Pierre Snijders uit Beegden tot grote verrassing van eenieder het deurtje van een oude kerkbank die afkomstig was uit de kerk vanWijnandsrade aangeboden aan de heemkundevereniging. Het deurtje was in bezit van de heer Léon Bogman die gemeentesecretaris was van Wijnandsrade van 14 december 1953 tot juli 1962. Hij was overigens al vanaf 31 juli 1953 waarnemend secretaris geweest. De heer Bogman is een zwager van Pierre Snijders en aangezien hij onlangs verhuisd is, kwam dit kleinood tevoorschijn. De vrienden hebben het voorwerp in dank aanvaard, de voorzitter sprak uit er zeer mee verguld te zijn.

Voordat galerie De Rode Hoeve in Wijnandsrade in gebruik kon worden genomen, heeft de Oude Bongard een ware metamorfose moeten ondergaan. Daarbij zijn naast het woongedeelte zeven expositieruimtes gecreëerd, is de tuin bij het atelier betrokken en is in de voorgevel van de hoeve een in het oog springend cirkelvormig raam aangebracht. In de expositieruimtes zijn grote raampartijen en dubbele glazen deuren in de buitenmuren gemaakt. En in de zoldermuur bevindt zich een in het oog springend cirkelvormig raam, dat van de eigenaren de raadselachtige naam ‘het ossenoog’ heeft gekregen. Het raam is met wat moeite, via krakende houten trappen en door een zee van licht, te bereiken. Een klauterpartij die zeker de moeite loont, want de verhoging die voor ‘het ossenoog’ is aangebracht, biedt de bezoekers een prachtige kijk op de glinsterende wereld van de kroonluchters en – als zij door ‘het ossenoog’ een blik naar buiten werpen – een adembenemend uitzicht op de schitterende omgeving van Wijnandsrade. Kroonluchteratelier ‘De Rode Hoeve’, Bongard 3A, Wijnandsrade, geopend op zondag van 12.00 uur tot 17.00 uur. De vestiging van het atelier in Oldebroek (Bovenpad 10) is geopend op vrijdag en zaterdag van 10.00 uur tot 17.00 uur. Nadere informatie (ook voor rondleidingen en reserveringen): 06 - 5377 7466, www.kroonluchtercollectie.nl. Wiel Oehlen Het kerkbankdeurtje

26

27

Het is een bijzonder onderdeel van een antieke kerkbank, want het wapen van Van Bongart, dus van de baron, staat erop gebeiteld. Dat brengt ons op het spoor, dat dit misschien de deur is geweest van de kerkbank waarin de adellijke familie van de baron mocht plaatsnemen. Dat kan best wel eens het geval zijn geweest, want in het aantekenboek van de pastoors trof ik een aantekening van pastoor Peeters aan, rond 1881: “Vanuit het jaar 1816 was de koorbank tegenover de predikstoel (epistelkant) uitsluitend voor de kerkmeesters te gerieven. Doch wijl zelden meer dan twee leden in elke godsdienstplechtigheid daarvan gebruik maakten, is het ook voor de hoofdonderwijzer alhier toegestaan geworden om daar plaats te nemen, eveneens de edelachtbare heer burgemeester als zodanig. De koorbank recht tegenover laatstvermelde was immervoort gereserveerd voor de adellijke familie dezer heerlijkheid. Doch daar deze hiervan weinig konden gebruik maken wegens afwezigheid deels en deels ook als wegens de tribune boven de sacristie door hen in 1686 ingericht, zo maakten ettelijke personen naar gelang van omstandigheden nogal eens gebruik van die plaats. Later verkregen F. Portz, zaakwaarnemer alhier van de goederen der adellijke familie, benevens zijne echtgenote, verlof om van die bank te genieten. Toen nu omstreeks 1870 de echtgenote van W, Drummen, halfwinnaar van De Velde, namelijk Mechtild Quix ook door de Hr. Baron vrij gebruik werd toegestaan, begonnen van lieverlede ook de andere pachters veeltijds die bank in bezit te nemen. Om dienzelfde tijd deed de Hr. Maurissen van Nijthuizen aanvraag voor zich en zijne echtgenote Kerens de Wylre op een bijzondere zitplaats tegen billijke vergoeding. Hun werd door het Kerkbestuur tegen 10 florin ’s jaars aangewezen de bank onmiddellijk staande achter de kerkmeestersbank, met voorbehoud dat diezelfde bank, gelijk te voren, altijd disponibel moest blijven voor diegenen die als biechtelingen aldaar wilden plaatsen in afwachting hunner beurt.” Ook trof ik een besluit aan van januari 1886, waaruit bleek dat burgemeester Ludovicus Drummen voor zichzelf en nog drie gezinsleden voor 10 gulden een gereserveerde plaats in de kerk mocht hebben voor de tijd van drie jaren. Hiertoe werd aangewezen de bank onmiddellijk staande achter de adellijke zitplaats. Er werden op die bank ook aan anderen nog twee zitplaatsen toegewezen. Aangezien mevrouw maurissen Kerens de Wylre in 1905 overleed, kon de kerkfabriek op 6 juli 1908 melden, dat in overeenkomst met de hoogwelgeboren heer baron Pius von Bongart was goedgevonden, dat de bank die tot dan toe door de pachters van de baron in gebruik was, te gelegener tijd met al de te verpachten plaatsen, zowel in de kerk als op het oksaal in het openbaar kon worden verpacht. De tribune op het priesterkoor bleef gereserveerd voor de adellijke familie von Bongart. De kerkmeesters zaten rechts op de voorste bank van het oksaal. De verpachting van de plaatsen geschiedde aan de hoogst biedenden, zodat de rijkste boeren de beste plaatsen konden bezetten, maar dat systeem werd door pastoor Peerboom in begin 1935 veranderd; vanaf toen waren er vaste prijzen (9 gulden, 8 gulden50, 8 gulden en 7 gulden.Voor het oksaal waren dat 10 gulden, 7 gulden 50 en 6 gulden vijftig). Uit bovenstaande is duidelijk dat de adellijke familie von Bongart behalve de tribune boven de sacristie (wij spreken tegenwoordig over de herenloge) ook nog een bank in de kerk had, waar zij gebruik van kon maken als ze in Wijnandsrade waren. Dat

was overigens sporadisch, zeker nadat ze het kasteel beschikbaar hadden gesteld aan de Duitse Jezuïeten. Van die bank moet het deurtje zijn geweest. Het was niet ongebruikelijk om voor gereserveerde banken deurtjes aan te brengen, zodat eenieder wist dat men daar niet kon gaan zitten. Het adelijke wapen geeft aan voor wie de plaatsen waren gereserveerd. Wij weten nu ook, dat dit in de jaren ’80 van de 19e eeuw is verruimd naar de rentmeester en anderen.

28

29

Er zal nog wel wat onderzoek van het deurtje moeten plaatsvinden, om (eventuele) verdere informatie te verkrijgen. Wij zullen de heer Bogman benaderen om hem te vragen of hij zich kan herinneren hoe het destijds in zijn bezit is gekomen. Duidelijk is wel dat toen de bominslag in februari 1943 had plaatsgevonden, er in allerijl vele voorwerpen uit het kerkgebouw zijn gehaald en er zijn mensen die zich nog herinneren dat er kerkbanken waren gebracht naar de weide achter het Panhuys. Of de voormalige bank van de adellijke familie daar ook bij is geweest, kan niet meer worden achterhaald. Feit is,dat het deurtje van stevig eikenhout is gemaakt en dat zal ook wel het geval zijn geweest bij de bank. De plaatsen waar de scharnieren hebben gezeten, zijn nog zichtbaar. Wij zijn de heren Bogman en Snijders dankbaar dat zij het deurtje naar Wijnandsrade hebben teruggehaald en het is de plicht van de heemkundevereniging om ervoor te zorgen dat het in goede staat zal worden bewaard tot in lengte van jaren. Jack Jetten

Afscheid Pastoor L’Ortye Op 2 februari 2014 heeft pastoor Jos L’Ortye afscheid genomen van onze parochiegemeenschap H. Stephanus Wijnandsrade, waar hij meer dan zeven jaar pastoor is geweest. Daarnaast was hij in dezelfde periode pastoor in de St. Bavoparochie te Nuth en van 2011 tot 2014 administrator in St. Clemensparochie te Hulsberg en van 2013-2014 administrator in de Servatiusparochie te Vaesrade. Het pastoraat in Wijnandsrade is een mijlpaal geweest in de geschiedenis van de familie L’Ortye die vanaf 1 oktober (St. Remigius) 1690 ononderbroken en onlosmakelijk met Wijnandsrade is verbonden geweest. Nog niet eerder was een lid van deze familie hier pastoor. Wel waren er hier familieleden burgemeester, schepen, wethouder, gemeentesecretaris en – ontvanger, kerkmeester en vooral pachter of eigenaar van de boerenhoeven die bij dit dorp horen. Ook kwamen er eerbiedwaardige priesters uit dit geslacht voort, zoals de op de Vink geboren Willem L’Ortye (1856 -1921) die directeur was van de bisschoppelijke kweekschool van Echt. Traditie is een belangrijke drijfveer in deze familie en daarom is het pastoraat in Wijnandsrade zo belangrijk voor hem geweest, in een kerk waar voorvaderen ter kerke zijn gegaan en zelfs in zijn begraven. Voor de parochianen van Wijnandsrade was het goed merkbaar dat hij zich hier zo op zijn plaats heeft gevoeld. Bij de fanfare St. Caecilia die opgericht is door familieleden en bij het zangkoor van de kerk, was hij steeds een graag geziene gast bij repetities en concerten. Zijn liefde voor muziek en zang mochten wij tijdens de mis beluisteren, maar ook als hij samen met Harie Krutzen na de jaarlijkse gebedsdienst bij de St. Isidoruskapel in Swier tijdens het gezellig samenzijn nog een deuntje op de accordeon ten gehore bracht. Bij tal van andere verenigingen was hij nauw betrokken en mengde hij zich graag onder de leden. Van de heemkundevereniging Vrienden van Wijnandsrade blijft hij gelukkig bestuurslid en dat geeft hem gelegenheid tot geschiedbeoefening, een hobby waarvan de resultaten na geduldig speurwerk in de bulletins worden gepubliceerd. Graag ging hij met ons mee op excursie of naar Trier waar de eerbiedwaardige pater Eberschweiler begraven ligt of naar Paffendorf en Ehreshoven waar sporen van de adellijke familie Von Bongart nog overvloedig te vinden zijn. Die reisjes hopen wij in de toekomst nog vaak met hem te mogen maken. Toch hebben wij als belangrijkste zijn pastorale uitoefening in de eredienst ervaren, waar hij voorging in de H. Mis. Soms in een volle kerk bij begrafenissen of tijdens een regenachtige processie, maar vaker als er maar een handjevol gelovigen was. Met eerbied, bezieling en betrokkenheid maar vooral vanuit een diepe geloofsbeleving oefende hij het ambt uit en was er geen moeite teveel om elke dienst een waardige uitstraling te geven. Ook als het de vierde mis op een dag was. Op de fiets ging hij dan weer vrolijk terug naar Nuth. Toen bekend werd dat hij naar midden-Limburg zou worden overgeplaatst, vond iedereen dat jammer. We zouden het vertrouwde beeld van een fietsende Pastoor Jos L’Ortye in actie

30

31

en zingende pastoor gaan missen, een actieve en betrokken herder die midden tussen zijn gelovigen stond, maar de kerkelijke overheid heeft beschikt en hij moet gehoorzamen. Uit de laatste berichten begrijpen wij dat hij in de vier parochies van Posterholt, St. Odiliënberg, Melick en Herckenbosch flink bezig is zich in te werken. Maar wij gaan hem beslist vaak terugzien in Wijnandsrade, waar de roots van zijn familie hem steeds weer heen drijven. Voor al zijn pastorale werk, zijn inspiratie en vooral voor zijn vrolijke nabijheid willen wij hem van harte bedanken. Het moge hem goed gaan in welzijn en gezondheid. Het Bestuur

32

De ‘Amerikaansche weldoeners’ van onze kerk De Tweede Wereldoorlog ging aan Wijnandsrade niet bepaald geruisloos voorbij. Op vrijdagavond 26 februari 1943 “passeerden grote formaties bommenwerpers het luchtruim boven Zuid-Limburg. Na het om 20.45 uur gegeven luchtalarm hadden vele inwoners hun toevlucht gezocht in de kelders van het kasteel. Ongeveer 40 minuten later werden ze door enkele dreunende schokken opgeschrikt. Wat was er gebeurd? Eén van de vliegtuigen kwam in nood te verkeren en had zijn bommen moeten loslaten. Ongeveer 200 staafbrandbommen kwamen in de bouw- en weilanden bij Swier terecht. In de zachte, omgeploegde grond ontbrandden ze niet en ze richtten ook geen noemenswaardige schade aan. De tot in de kelders van het kasteel gevoelde schokken werden veroorzaakt door vier zware tijdbommen van 250 kilo, die op en bij de kerk van Wijnandsrade (St. Stephanuskerk) terecht kwamen … Eén van de tijdbommen sloeg een gat in de kerktoren en drong door tot op de tweede verdieping, vlak onder de klokkenkamer. Daar bleef ze hangen, steunend op een balk en de muur. Dit werd geconstateerd door twee politiemannen, vergezeld door burgemeester Opfergelt en enkele dorpsgenoten van de luchtbeschermingsdienst, die de volgende morgen poolshoogte gingen nemen … Voorts werd de De kerk na de bominslag zie pijl. sacristie nog tijdig leeggehaald. (foto: uit archief heemkundevereniging) Dat alles gebeurde met groot gevaar voor eigen leven, want het projectiel kon immers elk moment ontploffen! … Op zondagmorgen 28 februari om 6.20 uur explodeerde met een daverende klap de tijdbom in de kerktoren. De gevolgen waren ontzettend. De toren en het grootste gedeelte van de kerk werden verwoest; de drie kerkklokken stortten naar beneden. De kort tevoren gereedgekomen electrische luidapparatuur werd vernield. De orgeltribune, het kostbare orgel, de prachtige glas-in-loodramen, de fraaie, uit hout 33

gesneden zij-altaren en nagenoeg het gehele kerkmeubilair gingen verloren. Slechts het priesterkoor en de preekstoel bleven vrijwel onbeschadigd … De klokken kwamen op het puin terecht, waarbij de grootste in stukken brak, maar de twee oudste (van 1519 en 1847) de val zonder schade doorstonden. Op aanwijzing van burgemeester Opfergelt hebben enkele jongemannen, onder wie de dertigjarige Mathieu Akkermans deze beide klokken in de vijver bij de kerk laten verdwijnen, om ze op die wijze voor de vijand te verbergen. Op één, die niet zo diep lag, werd nog wat puin gestort. De volgende dag was (aannemer P.J. Meulenberg uit Heerlen die namens de Duitse bezetter de kerkklokken in onze provincie vorderde) al aanwezig. Hij kon slechts de stukken van de vernielde klok meenemen, want niemand scheen te weten waar de beide andere gebleven waren. Burgemeester Opfergelt werd onder druk gezet toen een Duitse politie-officier met de naam Schönhaus uit Maastricht verscheen en hem vroeg waar die klokken waren gebleven. Op zijn antwoord, dit niet te weten, zei de man dreigend: ‘Ja, dat weet U wèl!’ Nu was het

moeilijk te ‘verkopen’ dat twee grote zware klokken zomaar in het niets konden verdwijnen. Opfergelt bleef echter volhouden en zei te veronderstellen dat ze dan wel in de vijver zouden zijn gevallen. Hij gaf daarmee in feite de schuilplaats prijs! Maar waarschijnlijk heeft de Duitser gedacht dat hij met een kluitje in het riet werd gestuurd, in elk geval hebben ze de vijver niet afgezocht” 1. Op dit moment hangen in de kerktoren inderdaad nog altijd de twee klokken die in 1943 op zo’n wonderbare wijze gered werden. De oudste met een gewicht van 1070 kg, is zwaar monumentaal en zeer waardevol. Ze dateert uit 1519 en is gegoten door Jacob van Venrade. Ze draagt het opschrift “IHS MARIA HEIT IC JACOB VA VENRADE GOET MICH DE LEVENDE ROEP IC DE DODE BECLAGE IC ANNO DNI XVc EN XIX MESIS MA”. Verder staan er nog de volgende figuurreliëfs op: 1. Calvarie; 2. Maria met kind in stralen; 3. Maria in de wolken; 4. twee wapenschildjes van de familie Mascherel. De andere klok met een diameter van 600 mm en een gewicht van 140 kg is in 1847 in Tongeren gegoten door François Alexandre Gaulard. Ze draagt het opschrift: “SANCTA MARIA ORA PRO NOBIS FONDUE A TONGRES EN PAR F. A. GAULARD 1847”. In het parochie-archief wordt verder nog het ontvangstbewijs voor de derde klok bewaard, dat gedateerd is op 23 juni 1943. Het betrof blijkbaar een bronzen klok met een diameter van 120 cm. En een gewicht van 1070 kg2 . “Na de bevrijding werd de hulp van de Amerikanen ingeroepen om de klokken – letterlijk – weer boven water te brengen. Die waren daartoe onmiddellijk bereid en met behulp van een takel kwamen ze weer op het droge. Er schijnt een journaalfilm van dit schouwspel te zijn gemaakt”, een film die nog een (aangenaam) staartje zou krijgen, maar daarover verderop meer. Meteen na de explosie werd de kerkinventaris opgenomen. In de puinhopen werd een madonnabeeldje (“mannequin”) gevonden dat men in juli 1943 aan het museum van het LGOG in Maastricht in bruikleen wilde afstaan. Even werd nog gedacht om de oude herenloge in het priesterkoor op te ruimen, maar daar werd later gelukkig toch van afgezien. De schade aan het kerkgebouw werd geschat op 54.000 gulden (kerkgebouw) en de schade aan de kerkinventaris op 11.000 gulden. Uiteindelijk zou de verzekering de schade dekken.Voor schade aan het gebouw werd 54.022,10 gulden uitgekeerd en voor de schade aan de inventaris 11.416 gulden; de laatste 1 E.H. Brongers: Wijnandsrade in de tweede wereldoorlog – mobilisatie, bezetting en bevrijding (1995) blz.63-66; 69-70; vgl. Jack Jetten: Bombardement van de St. Stephanuskerk Wijnandsrade in Bulletin Wijnandsrade (1985) nr.7 blz.147-153; vgl. ook Jack Jetten:Wat wonder heeft de kracht in de serie “Wijnandsrade Weerspiegeld” in Weekblad Nuth & Omstreken 23 december 2009 blz.14

De aangerichte schade (foto: uit het archief van de heemkundevereniging)

34

2 PAW, voorl. invent.nr.48

35

termijn werd begin 1944 uitbetaald1 . Al enkele dagen na de “ramp”, op 3 maart 1943, kwam al iemand van Monumentenzorg poolshoogte nemen. Die liet weten welke maatregelen genomen dienden te worden ter voorkoming van gevaar voor zowel werklieden als kerkmeubilair. Omdat ze toch niet meer te redden waren, liet men de restanten van de gewelven instorten. Daarna werd de kap boven de beide oostelijke traveeën van het schip gedicht en vervolgens met dubbel “asfaltpapier” afgedekt. De (restanten van de) westgevel werd afgebroken en vervolgens opnieuw opgemetseld tot de hoogte van de gootlijst, waarna over de westelijke travee een lessenaarsdak werd gelegd. Dit dak reikte tot de eerste ligger van het eerste spant, waarbij het bovendeel van dit spant met planken werd gedicht. De zijvlakken van dit dak werden op de rest van de kap aangesloten. Ook dit provisorische dak werd met dubbel “asfaltpapier” afgedekt. Al deze werkzaamheden werden onder auspiciën van architect Franssen uit Roermond uitgevoerd door aannemer L. Tummers uit Maastricht. Ook de parochianen verleenden de nodige hand- en spandiensten bij het opruimen en afvoeren van het puin (500 m3). Vanwege de oorlog was er een groot gebrek aan bouwmateriaal. In augustus 1943 deed men een dringend beroep op de directie van de Staatsmijnen, in de hoop dat die nog 15.000 tot 18.000 “porusostenen” beschikbaar wilde stellen voor het provisorische plafond. Een jaar later, op 5 augustus 1944 was de kerk weer zover hersteld dat ze weer gebruikt kon worden. In de tussentijd had men gratis de speelzaal van het in het kasteel gevestigde klooster van de paters Conventuelen als noodkerk mogen gebruiken. Die noodkerk bood echter maar plaats aan 150 personen, zodat er op zon- en feestdagen maar liefst drie HH. Missen gedaan moesten worden om alle parochianen in de gelegenheid te stellen hun zondagsplicht te vervullen. De ontploffing van de tijdbom in de kerktoren, begin 1943, kwam op het moment dat men al druk aan het sparen was voor een nieuwe kerk, want de oude kerk was vóór de oorlog al veel te klein gebleken. Het was pastoor Jos. Peerboom (1932-1943) die tien jaar eerder (1933) een “bouwfonds voor de nieuwe kerk van Wijnandsrade” had opgezet. Niet alleen werd er in de kerk op zon- en feestdagen (extra) voor dit doel gecollecteerd (het eerste jaar bedroeg de opbrengst daarvan al 1437,96 gulden), ook mochten de parochianen regelmatig een bedrag aan dit doel afstaan2. Als het ooit tot nieuwbouw zou komen, dan zou het oude kerkje behouden blijven en voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden, al was het maar voor het houden van vergaderingen en het geven van cursussen, want daar was blijkbaar toen al grote behoefte aan. Het koor van de oude kerk zou dan als bidkapel voor Onze Lieve Vrouw van Bijstand gebruikt kunnen worden 3 en men zou er ook nog zo nu en dan eens een Mis kunnen doen. Dat waren de plannen toen, in de jaren dertig … 1 PAW: voorl. invent.nr. 37: Stukken betr. herstel van de oorlogsschade aan de kerk, 1943-1948. 2 PAW: voorl. invent.nr. 97: Stukken betr. de evt. bouw van een nieuwe kerk, 1933-1935.

De werkploeg (met in het midden pastoor Deckers) bij de bouwput van de nieuwe kerktoren (foto: uit archief heemkundevereniging)

Maar toen kwam begin 1943 de explosie die de kerk zo zwaar beschadigde. Hoewel Monumentenzorg er alles aan gelegen was “dit aantrekkelijk en pittoresk kerkje” goed te restaureren, probeerde men toch van de nood een deugd te maken. Omdat de middelen van het “Bouwfonds nieuwe kerk” (op 1 januari 1946 had met ruim vijftigduizend gulden bij elkaar gesprokkeld1) bij lange na niet genoeg waren om een nieuw kerk te kunnen realiseren en nieuwbouw dus nog jarenlang op zich zou laten wachten, begon men stiekem toch al eens te denken aan uitbreiding van de bestaande (en gedeeltelijk verwoeste) kerk. Zo zag pastoor Peerboom graag een aparte doopkapel gerealiseerd, al was het maar om het eeuwenoude hardstenen doopvont een waardige plaats te kunnen geven. Ook was er grote behoefte aan een aparte bergruimte. Om die te realiseren stelde men voor om langs de nieuw te bouwen toren portalen op te trekken. Datzelfde jaar (1943) werd trouwens

3 In de zomer van 1930 werd onder pastoor Pijls (1911-1932) op de Vink een kapel te ere van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand gebouwd, als zetel van de gelijknamige broederschap …

1 PAW: invent.nr. 157: Kasboek Bouwfonds nieuwe Kerk 1933-1945; vgl. ook 166. Overzicht van stortingen (voor de nieuwe kerk?) door de afzonderlijke parochianen, 1934-1943.

36

37

ook al opdracht verstrekt om de gespaard gebleven glas-in-loodramen van het priesterkoor te restaureren, en kreeg firma Mesterom uit Bunde alvast opdracht om de nieuwe ramen voor het kerkschip te maken. Eind dat jaar kwam pastoor Peerboom na een langdurige ziekte te overlijden. Toch werd in die periode al hard door aannemer Tummers en architect Franssen gewerkt aan het (provisorisch) herstel van de kerk. Datzelfde jaar nog werd pastoor Peerboom opgevolgd door pastoor Sohl, die tot dan toe pastoor in Mesch was geweest. Het was onder zijn pastoraat dat men op 5 augustus 1944 weer van de noodkerk (in het klooster) naar de provisorisch herstelde kerk kon verhuizen. Datzelfde jaar maakte architect Franssen nog een bestektekening voor een vergroting van de kerk, terwijl het contract met aannemer Tummers werd beëindigd. Aan lonen was toen al een bedrag van 33.627,25 gulden uitbetaald. Pastoor Sohl zou echter maar kort in Wijnandsrade blijven en al in 1946 naar het Middenlimburgse Melick worden overgeplaatst waar op dat moment ook de parochiekerk in puin lag. In de herfst van dat jaar werd hij in Wijnandsrade opgevolgd door pastoor Deckers, die tot dan toe kapelaan in Lindenheuvel was geweest en onder wiens leiding de kerk van Wijnandsrade herbouwd en vergroot zou worden. In 1985 zou er in Wijnandsrade een straat naar hem vernoemd worden. Vergroting van de oude kerk stuitte aanvankelijk op bezwaren van Monumentenzorg, dat vond dat bij een vergroting de juiste proporties tussen kerk en toren teloor zou gaan, hetgeen het einde van dit kerkje als cultuurmonument zou betekenen. Na enige geconfereer legde Monumentenzorg zich bij de vergroting van de kerk neer, echter onder de nadrukkelijke voorwaarde dat er aan de sacristie, “een der mooiste monumentjes in Limburg”, niets veranderd zou worden. De vergroting zelf bracht echter ook nog de nodige moeilijkheden mee. De vernielde toren stond vlak aan de rand van de kasteelvijver. Welwillend stonden de paters Conventuelen toen een deel van de vijver ter beschikking. Maar ook de gemeente had ter plaatse nog eigendomsrechten. In het voorjaar van 1948 liet de gemeente weten dat zowel kerk als kerkhof officieel op naam van het kerkbestuur stonden. De officiële overdracht door de paters Conventuelen vond plaats in 1949, maar het zou nog tot 1958 duren vooraleer de nieuwe eigendomsverhouding precies vast lagen Wist men al van de gedeeltelijke verwoesting van de kerk begin 1943 al een deugd te maken in die zin dat mede met behulp van het uitgekeerde verzekeringsgeld de kerk niet alleen hersteld maar ook uitgebreid kon worden, eind 1946 zou er zich nog een tweede “geschenk uit de hemel” aandienen. Dat had alles te maken met het bijna ongelooflijke verhaal van de “klokken van Wijnandsrade” waarmee dit artikel begon. “Toen dan eindelijk de bevrijding was gekomen, vertelde de pastoor zo terloops de gehele klokkengeschiedenis aan een Amerikaanse commandant, die het op zijn beurt zo interessant vond, dat hij terstond de Amerikaanse filmdienst waarschuwde. Men heeft toen met behulp van de inwoners, die als ‘partisanen’ dienst deden, een film gemaakt van het ophalen uit de vijver der twee grote klokken. Als 38

De werkzaamheden vorderen gestaag (foto: Hein Marell)

bevrijdingssymbool was dit zo’n aardig gegeven, dat de film praktisch onmiddellijk in de circulatie kwam en de klokken van Wijnandsrade een verre rondreis op het witte doek in alle grote steden van ons land en Europa maakten”. Inderdaad: dankzij “de klokken van Wijnandsrade” werd ons dorp minstens voor even wereldberoemd.“Als men er even op doordenkt, dan zit er werkelijk een prachtig operette-libretto in het verhaal, dat zich in Wijnandsrade afspeelde en waarvan wij gisteren (13 november 1946, red.) melding maakten. De figuren zijn aanwezig: een pastoor, soldaten, een Amerikaansche dame, de film en een goudschat. Hier dan de korte uitwerking: Ook de klokken van Wijnandsrade hadden, den zwaren gang naar Duitschland 39

te duchten om omgesmolten te worden tot kanonnen. De slimme inwoners van Wijnandsrade lieten echter de klokken onderduiken, letterlijk en figuurlijk, in een grooten vijver. September, ‘44. Amerikaansche soldaten hebben het dorp bevrijd en Wijnandsrade gaat in triomf de klokken uit den vijver opvisschen. Amerikaansche oorlogsverslaggevers vinden het een prachtig film-object en eenigen tijd later draait er in de bioscopen een filmjournaal, waarin de klokken opgehaald worden. Op den achtergrond ziet men echter de tol, die Wijnandsrade aan de bevrijding moest betalen: een verwoeste kerk. Ook in Amerika draait het journaal. Een dame, die in haar eigen land de verschrikkingen van den oorlog nooit zag, wordt ontroerd en grijpt naar het cheque-boek.Vijf duizend dollar - puur goud - wordt overgeschreven op de Amsterdamsche Bank in Heerlen, die het op haar beurt aan den gelukkigen pastoor van Wijnandsrade ter hand stelt. Is dit geen operette-libretto? In ieder geval is het wèl de verklaring van den pastoor van Wijnandsrade, zooals deze zich die denkt voor de royale gift, die hij van een onbekende dame uit Amerika mocht ontvangen.”Inderdaad had de krant een dag eerder daar al over bericht: “Via de Nederlandsche Bank te Heerlen ontving de Pastoor van Wijnandsrade een postchèque ter waarde van 5.000 dollar (omgezet in Ned. geld f 13.200,-) voor herstel van zijn kerk, welke 27 Februari 1943 des avonds zwaar getroffen werd. Het eigenaardige van deze mooie gift is, dat de geefster er van een tot heden onbekende Amerikaansche dame is. In een brief zal Pastoor Deckers, mede namens de parochianen van Wijnandsrade, via de Nederlandsche Bank te Heerlen zijn hartelijken dank aan de milde geefster laten overbrengen” . De “Amerikaansche gift” van (omgerekend) 13.204,79 gulden werd door secretaris-ontvanger Fr. Portz van het kerkbestuur op 31 maart 1947 geboekt en vervolgens bij de “bank (in) Heerlen” geparkeerd . Of het inderdaad een onbekende dame was? Waarschijnlijk op dat moment wel. In ieder geval had pastoor Deckers reeds eerder een bevestiging van de royale schenking uit Amerika gekregen door bemiddeling van de van de paters Montfortanen . De link met de Montfortanen zou een half jaar later duidelijk worden, evenals de identiteit van de gulle geefster. Op 2 april 1947 kreeg pastoor Deckers namelijk bezoek van een collega-priester uit Amerika: Joseph Luijten (1876-1966) die 70 jaar eerder in Wijnandsrade, op de “Blauwe Steen” was geboren. Al op heel jonge leeftijd was hij naar de Montfortanen in Schimmert gegaan en uiteindelijk in Frankrijk terechtgekomen, waar hij in Nantes zijn priesteropleiding had voltooid en in 1899 tot priester was gewijd. Hij was vervolgens naar Ottawa in Canada geëmigreerd waar hij zijn eerste benoeming had gekregen. Na vervolgens in de missie te Sakatchewan in de Canadese binnenlanden te hebben gewerkt, verhuisde hij in 1906 naar de (Westkust van de) Verenigde Staten, naar de parochie van Waterville (Washington). 1

1 De staat Washington ligt aan de Westkust van de VS, de plaats Washington (DC) aan de Oostkust …

De nieuwe klok

40

41

In 1914 werd hij benoemd tot pastoor van het zuidelijker gelegen Ellensburg (Kittitas County, Washington), waar hij tot op dat moment (1947) onafgebroken werkzaam was geweest 1. Hij onthulde ook wie de milde schenkster was geweest: namelijk zijn zus Margaretha (“Margriet”) Luijten (1873-1945) die inmiddels ook naar de Verenigde Staten was geëmigreerd2 en daar op 21 november 1945 was overleden 3 . Ze had haar laatste rustplaats op het “Holy Cross Cemetery” in Ellensburg gevonden, waar zich nog altijd een grafmonumentje bevindt met de tekst: “Margaret Luyten 1873-1945” 4.Vreemd genoeg is de datum van de schenking op 6 november 1946 gedateerd, een jaar na haar overlijden! Of het inderdaad zo gegaan is zoals het krantenbericht hierboven probeerde te reconstrueren? In ieder geval is het zelfs zonder deze “enscenering” nog een mooi verhaal. Deze priester Joseph Luijten (1876-1966) van de “Blauwe Steen” was aanvankelijk dus Montfortaan, maar werd later “wereldheer” (seculier priester). Hoogbegaafd als hij was, had hij in 1896 “zijn middelbare studies al achter de rug in en werd hij op zijn veertiende (bij de Montfortanen) ingekleed. Een paar maanden na zijn vijftiende legde hij zijn eerste geloften af, studeerde vervolgens filosofie en theologie in Schimmert en Cyrville, en slaagde ook daar met glans. In oktober 1895 werd hij, nauwelijks negentien jaar, leraar aan de apostolische school in Pontchâteau. Een week na zijn drie-entwintigste verjaardag, op 29 juni 1899 ontving hij met dispensatie van Rome de priesterwijding te Nantes en werd datzelfde jaar docent in Cyrville. Het noodlot wilde dat zijn professoraat te Cyrville samenviel met de heftige disputen over de nieuwe constituties van de congregatie tussen Fransen en Nederlanders die ertoe leidden dat veel Nederlanders de congregatie verlieten en overgingen naar de seculiere clerus.Terwijl tot ongeveer 1900 niemand, geen Fransman en geen Nederlander, enige toekomst zag in Nederland, begon Luyten kritische vragen te stellen. Hoe kon het bijvoorbeeld dat de congregatie in Canada vanaf het eerste begin ingeschakeld was in de diocesane zielzorg, terwijl in Nederland zoiets niet mogelijk werd geacht? Hoe dan ook, Luyten trad uit in 1902 en werd seculier priester in Amerika. Hij hield tot aan zijn dood in 1966 nauw contact met de Nederlandse provincie en stichtte meerdere studiebeurzen voor hulpbehoevende studenten van St. Marie (in Schimmert)” 5. In de parochie van St. Andrew’s van Ellensburg volgde Luijten de eveneens uit Nederland afkomstige John Sweens op, die de parochie van 1897 tot 1914 had geleid. “Born in 1876 in Limburg, Holland, Luyten became an Ellensburg institution. Like the Jesuits and Sweens before him, he came to America to do educational and missionary work. Starting in Canada, he worked as a pastor 1 Website: “Ellensburg Heritage”: Father Joseph Luyten was born on June 23, 1876 in Limburg, Holland and began school at age 4. He then began studying for the priesthood at age 9 years. He completed his studies in Nantes, France in 1895 at the age of 19 years. Joseph was brought into the priesthood on June 29, 1899 and left for Ottawa, Canada for his first assignment. After serving the Catholic Church in Waterville, Washington, he was transferred to Ellensburg, Washington in 1914. Father Joseph served at St. Andrew’s Catholic Church for 32 years when ill health forced him to retire.

of missionary churches in Saskatchewan and in 1906 Waterville, Washington. His peregrinations ended when he came to Ellensburg, where he guided the parish early on through some difficult times of religious intolerance and flight by residents from the farm to the city”1 . Na de parochie 32 jaar te hebben geleid, ging hij in 1946 om gezondheidsredenen met emeritaat. “In 1962, he moved to Aberdeen, Washington and lived at St. Joseph’s Hospital until his death on January 5, 1966 at the age of 89 years. Father Joseph was a humble man to ministered to people of all faiths everywhere he went” 2. Zijn overlijdensdatum spreekt tot de verbeelding: 5 januari is immers niet alleen de feestdag van Sint Gerlach, de heilige kluizenaar van het Geuldal, maar ook die van de heilige pater Karel Houben CP (1821-1893) uit Munstergeleen die als missionaris naar Engeland en Ierland trok en in 1893 op “Mount Argus” in Dublin in geur van heiligheid overleed. In de Verenigde Staten wordt op de datum de heilige Johannes Nepomuk Neumann CSsR (1811-1860) uit Bohemen herdacht, die als missionaris naar Noord-Amerika trok en van 1852 tot 1860 bisschop van Philadelphia was. Allemaal heiligen met wie Joseph Luijten van de “Blauwe Steen” bewust of onbewust een band had3 . Hij vond zijn laatste rustplaats (bij zijn ruim 20 jaar eerder overleden zus) op het “Holy Cross Cemetery” in Ellensburg. Behalve zijn naam en levensdata staat erop: “reverend ordained France jun 29, 1899” . Hun beider zus, Maria Sybilla Josephina Een van de twee zij-altaren Luijten (1870-1921), kwam in de zomer (foto: uit het archief van de heemkundevereniging) van 1921 vroegtijdig (ze was pas 50 jaar oud) als “kloosterzuster” in de verpleeg- en zorginstelling van de Zusters onder de Bogen (Liefdezusters van de H. Carolus Borromeus) aan de Abtstraat te Maastricht (“Klevarie”) te overlijden. Navraag heeft echter uitgewezen dat ze geen lid was van de congregatie van de zusters “Onder de Bogen”, noch van de congregatie van de “Dochters der Wijsheid” (filles de la Sagesse), de vrouwelijke tak der Montfortanen die sinds 1881 in Schimmert een klooster hadden en waar ze ook in haar jeugd was opgevangen.Vraag is bij welke congregatie dan wel? Terug naar Wijnandsrade, waar langzaam maar zeker duidelijk was geworden dat

3 Aantekeningen van pastoor J. Deckers van Wijnandsrade in het doopregister 1873 resp. 1876

1 vgl. Thomas Wellock: St. Andrew’s parish – a history of Catolicism in the Lower Kittitas Valley (november 2009); vgl. ook: Father S.P. Duffy, “Limburg, Holland to Ellensburg; Father Luyten’s 80 Years Span Life of Service,” Unidentified news clipping, St. Andrew’s Church Records, 1956 and Interview with Father Desmond Dillon, November 11, 2009 en Joseph Luyten, “Transcription of Parish History: St. Andrew’s, Ellensburg,” [1934?], St. Andrew’s Church Records.

4 www.findagrave.com

2 Website: “Ellensburg Heritage”

5 Jan Mathijs Schoffeleers SMM: Montfortanen in de Lage Landen – en klein arm gezelschap 1881-2006 blz. 83

3 www.heiligen-3s.nl

2 Daar duikt ze vanaf 1922 in de archieven op; vgl. ancenstry.com

42

43

er na de oorlogsschade van 1943 geen nieuwe kerk zou komen, maar dat het oude kerkje niet alleen gerestaureerd maar ook uitgebreid zou worden. Groen licht van Monumentenzorg voor uitbreiding van de kerk kwam op 28 februari 1947. Het Roermondse (Amsterdamse?) architectenbureau van Jos en Pierre Cuijpers liet twee ontwerpen zien: één met de toren op de laatste travee en één met de toren op de voorlaatste. Geen van beide ontwerpen werden echter uitgevoerd; de toren staat immers min of meer vóór het schip. Op 17 augustus 1947 werden de bouwwerkzaamheden (“herbouw van de toren en het vergroten van de kerk te Wijnandsrade”) voor 85.000 gulden gegund aan aannemersbedrijf H. Coppes & Zn. te Maastricht. De werkzaamheden gingen een week later al (op 25 augustus) van start. De (officiële) eerste steenlegging vond plaats op tweede kerkstag (26 december) 1947 door deken Custers van Schinnen, getuige de inscriptie op deze steen: “primus lapis hujus ecclesiae restauratae ac amplicatae positus est a reverendo domino Francisco Custers decano in Schinnen die 26 decembris anni domini MCMXLVII in festo St. Stephani”.

de zijkanten van de vijver opgevuld, zodat de doorgang iets nauwer werd. Eind augustus 1948 werden nieuwe kerkbanken geplaatst; ze werden geleverd door de firma Franken & Langendorff te Laren (NH) voor de prijs van 6300 gulden. In het voorjaar van 1949 werden de knielbanken nog voor 450 gulden gepolsterd. Verder werd bij die gelegenheid nog overeengekomen dat datzelfde najaar nog de banken zouden worden aangevuld.Waarschijnlijk werd toen ook de provisorische westmuur weggebroken, die de oud- en nieuwbouw nog van elkaar scheidde. De ramen van het kerkschip met Eucharistische symbolen waren toen waarschijnlijk ook al klaar, aangezien de opdracht daartoe van het kerkbestuur aan firma Mesterom in Bunde al in 1943 was gegeven. In de nieuwe ramen werd ook het bisschopswapen van (de Roermondse bisschop) Mgr. Lemmens (“stella duce”) en (zijn hulpbisschop) Mgr. Hanssen (“vince in bono malum”) verwerkt. Het aanvankelijk geplande raam in de westgevel (kerktoren) ter hoogte van het oxaal met een afbeelding van de H. Cecilia (patroon van de kerkmusici) kwam er evenwel niet. Daarvoor in de plaats kwam in 2012 op de begane grond (in het portaal) een venster met een afbeelding van de H. Isidorus, patroon van (de kapel van) Swier. Begin 1949 werden de werkzaamheden door aannemers Coppes opgeleverd. Ook maakte men de financiële balans op. In totaal had de restauratie en vergroting van de kerk 113.485,35 gulden gekost, inclusief herstel van de kerkinventaris. Daarvan was al 54.22,10 gulden betaald door de molestverzekering, en 11.416,- gulden door de inboedelverzekering. Van Staatsmijnen had men een subsidie van 5000 gulden gekregen, van de gemeente 2500 gulden Het bisdom nam 10% van de kosten voor haar rekening, terwijl door de parochie zelf een bedrag van 20.857,50 gulden werd geïnvesteerd. Daarvan was dus 13.200 gulden (5000 dollar) geschonken door een onbekende “Amerikaansche dame” die later dus de ongehuwde zus van pastoor Luijten van de “Blauwe Steen” bleek te zijn.

De eerste steen

Vooral de bouw van de nieuwe kerktoren in de kasteelvijver (de nieuwe toren werd 8,45 meter in westelijke richting verplaatst) maakten extra maatregelen noodzakelijk, maatregelen waarvan menig dorpeling zich afvroeg of die wel afdoende waren: “dea aa-nummer, dea roukt zich ’n piep”, zeiden ze, “dea kriet dat neet veerdig in dea modder”. Toch begaf aannemer Coppes zich aan dit huzarenstukje. Er werden acht betonnen pijlers tot op een diepte van 7,13 meter in de modder van de vijver gestort waarop de toren zou moeten rusten. Toen het werk klaar was werden 44

De naam van “Margriet Luijten (Amerikaanse weldoenster, Blauwe Steen)” prijkte jarenlang (minstens tot halverwege de jaren zestig) op de “gestichte dodenlijst”, de lijst met (ruim honderd!) namen van personen die grote verdiensten hadden voor de kerk van Wijnandsrade en waarvoor maandelijks (op de eerste zondag van de maand) werd gebeden . Het bedrag van 5000 dollar (omgerekend 13.000 gulden) dat zij schonk was per slot van rekening ruim 10% van de totale kosten van de restauratie en vergroting van de kerk: toch niet mis. Mede dankzij haar gulle gave beschikte Wijnandsrade weer over een prachtige kerk, waarvan het aantal zitplaatsen dankzij de uitbreiding zelfs verdubbeld was. Tevens kreeg de kerk nieuwe banken en een elektrische verwarming, met onder elke zitplaats een apart verwarmingsroostertje . In 1950 kreeg men ook weer de beschikking over een kerkorgel, dat geleverd werd door firma Peerboom uit Maastricht. In november 1948 was tot aanschaf van dit orgel met 18 registers besloten: het zou 19.180,- gulden kosten. In augustus 1949 werd ten bate van het “orgelfonds” een grote fancy-fair gehouden: netto opbrengst meer dan 700 gulden. Hoewel het orgel nog niet helemaal klaar was, kon het al met 45

december),Veulen (18 december), Herkenbosch (24 december) en de Schipperskerk te Grevenbicht (18 december). Over de inzegening van de kerk van Wijnandsrade geen woord, ook niet in het januarinummer van 1950. Enkele maanden na de ingebruikneming van de nieuwe kerk werd pastoor Deckers overgeplaatst naar Rothem, waar hij ook maar kort zou blijven. In 1955 werd hij benoemd tot pastoordeken van Susteren, een functie die hij nog tot 1965 zou vervullen. Dat jaar ging hij met emeritaat. In Wijnandsrade werd hij opgevolgd door pastoor Körner die tot dan toe pastoor in het Middenlimbrugse Herten was geweest.

Het huidige interieur

kerstmis bespeeld worden. Op pinksterzondag (2 april) 1950 werd het plechtig ingezegend en ingespeeld door technisch adviseur Nico Zeijen, muziekleraar te Sittard en organist te Rolduc. Hoewel pastoor en kerkbestuur in 1951 nog positief oordeelden over een eventuele restauratie en herplaatsing van de bij de explosie beschadigde zij-altaren (de resten ervan lagen op dat moment op de pastorie-zolder , zou het er uiteindelijk toch niet (meer) van komen.

Maar nu naar de “Blauwe Steen”, gelegen op het hoogste punt van gemeente Wijnandsrade (122 ½ meter boven NAP) aan de weg vanuit het dorp over de Vink naar Hunnecum (Nuth), in vroeger dagen een herberg, thans een manege. “In de zijgevel van het achterste gedeelte van de huizenrij is een oude grafsteen ingemetseld … Een verweerde, vrijwel onleesbare tekst lijkt naar Wijnandsrade te verwijzen. Nadere bijzonderheden over deze raadselachtige nagedachtenis in een verder blinde muur ontbreken. Volgens de overlevering moet zich hier in lang vervlogen tijden een macabere gebeurtenis hebben afgespeeld, in de volksmond bekend als ‘de legende van het dwergje van de Blauwe Steen’ . De Luijten’s waren in het voorjaar van 1851 op de Blauwe Steen” komen wonen. Het betrof het gezin van Hendrik Joseph Luijten (1824-1876) en Maria Catharina Geurten (1821-1865). Hij kwam oorspronkelijk uit Retersbeek (parochie Klimmen); zij was weliswaar geboren en getogen in Heerlen maar woonde ten tijde van de huwelijkssluiting

In 1949 werden de twee (op wonderbare wijze) geredde kerkklokken (uit 1519 resp. 1847) in de nieuwe kerktoren opgehangen. Het exemplaar dat verloren ging werd vervangen door een nieuwe klok, die in 1954 door firma Petit en Fritsen te Aarle-Rixtel werd gegoten. De kosten van deze klok van 600 kg bedroegen 7,45 gulden per kg; daar kwam nog eens de klepel bij, de stoel, de luidas, het luidwiel en de beugels, hetgeen ook nog eens een slordige 660 gulden kostte. Eind dat jaar kwam er ook een nieuw torenuurwerk waar nog eens een bedrag van 2530 gulden mee gemoeid was. Het is niet helemaal zeker wanneer de gerestaureerde en vergrootte kerk officieel in gebruik werd genomen, “ingezegend” respectievelijk “geconsacreerd”. Het enige dat wij daarover vinden is de opmerking van pastoor Deckers in het Limburgs Dagblad van 20 augustus 1949: “Als God het belieft, hopen we het op zondag 20 december te kunnen inzegenen”. Ook in het bisdomblad (“Credo”) van december 1949 vinden we hierover niets vermeld, terwijl wel aandacht wordt besteed aan de inzegening en (her-)ingebruikname van de kerken (Broekhuizenvorst (8 december), Hoensbroek-Mariagewanden (18 december), Leveroy (18 december), Geijsteren (18 (foto: uit het archief van de heemkundevereniging)

46

47

in Voerendaal. Ze waren pas getrouwd (1851) toen ze zich op de “Blauwe Steen” vestigden. Daar werden ook hun kinderen geboren: Joseph (1851), Maria Margaretha (1853), Maria Philomena (1856), Maria Johanna (1858) en Michael Hubert (1860). In het voorjaar van 1865 kwam Maria Catharina er vroegtijdig te overlijden; ze was pas 43 jaar oud. Twee jaar later hertrouwde Hendrik Joseph in Houthem met Maria Cornelia Walraven uit Schinveld (1839-1904). Uit dit huwelijk werden nog eens vier kinderen geboren: Maria Theresia (1869), Maria Sybilla Josephina (1870), Maria Margaretha Hubertina (1873), Hendrik Joseph Hubert (1876). Nog geen maand later kwam vader Hendrik Joseph te overlijden, 52 jaar oud. Hij stond te boek als “kroeghouder”. Ook zijn moeder Maria Margaretha Moonen (1795-1881 woonde een poosje bij hen in. Nadat haar oudste en jongste eind 1886 naar (kostschool in) Schimmert waren vertrokken, bleef de weduwe Luijten alleen met dochter Margriet op de “Blauwe Steen” achter. Haar moeder Maria Theresia Deumens (1802-1883), die zelf ook al op jonge leeftijd weduwe was geworden, woonde een poosje bij hen in op de “Blauwe Steen”. De weduwe Luijten moest echter in het niet lang daarna in krankzinnigengesticht “Voorburg” in Vught worden opgenomen, waar ze eind 1904 ook kwam te overlijden, 65 jaar oud. Op de “Blauwe Steen” werden de Luijten’s in 1895 opgevolgd door de familie Bemelmans-Tillmans. Al met al kan geconcludeerd worden dat zowel Joseph als zijn oudere zus Margaretha op de “Blauwe Steen” geen gemakkelijke jeugd hebben gehad. Toch waren ze jaren later, zelfs na hun verhuizing naar verre Noord-Amerika, het Wijnandsrade van hun jeugd nog niet vergeten. Integendeel! Van de vijf kinderen uit het eerste huwelijk van Hendrik Joseph Luijten overleefde alleen Maria Johanna de kinderjaren niet. De oudste, Joseph Luijten (1851-1916), trouwde in 1877 in Beek met Maria Agnes Meijers (1856-1913), uit welk huwelijk acht kinderen bekend zijn (Beek). Maria Margaretha Luijten (1853-1881), trouwde in 1877 met Henri Alexius Lemmens (1855-1901), uit welk huwelijk twee kinderen bekend zijn (Beek). Maria Philomena Luijten (1856-1935) trouwde eveneens in 1877 met Jan Willem Simons (1851-1924) (Klimmen). De jongste, Michael Hubert Luijten (1860-1938), trouwde in 1883 met Maria Sybilla Martha Moonen (1861-1934), uit welk huwelijk tien kinderen bekend zijn (Spaubeek). Van de vier kinderen uit het tweede huwelijk overleefde alleen de oudste de kinderjaren niet. De andere drie zouden ongehuwd blijven. Jos. L’Ortye (pastoor)

48

Uit de oude doos

Het team van de St. Stephanusschool in 1975 V.l.n.r.: Marian Verheijden (1e klas), Lei van Oeffelt (5e klas), Rosy Lenssen (2e klas), Piet Hock (hoofd der school, 6e klas), Tiny Jongen, (4e klas), Sjef Laeven (3e klas)

(foto: uit het archief van de heemkundevereniging)

Pas verschenen Brouwers in Zuid-Limburg (1795-1814) • ‘In de negentiende eeuw had in elk dorp of redelijk groot gehucht wel iemand de beschikking over een brouwketel, waarvan ook de plaatselijke inwoners en die van de nabij gelegen plaatsen gebruik maakten.Vaak leverden de mensen dan zelf de benodigde grond- en brandstoffen. Zuid-Limburg kende toen gemiddeld een brouwerij per vijfhonderd inwoners. • De meeste kleinere dorpen en gehuchten beschikten over een of meerdere ‘brouwerstappers’, dat wil zeggen inwoners die het bier dat zij zelf brouwden verkochten in hun eigen kroeg. • Het drinkwater was vroeger lang niet altijd zuiver. Daar kon je indertijd behoorlijk ziek van worden. Bier daarentegen had vaak maar een laag alcoholgehalte. 49

Zo maar een greep uit de vele interessante wetenswaardigheden, die de onderzoeker-schrijver Frans Crutzen heeft achterhaald over de geschiedenis van het brouwerswezen in Zuid-Limburg. Eind 2013 verscheen van zijn hand het boek ‘Brouwers in Zuid-Limburg (1795-1814)’, waarin een uitgebreide weerslag is te vinden van zijn bevindingen. Voor zijn studie, die is gebaseerd op decennialang archiefonderzoek, heeft de auteur maar liefst tweehonderdvijftig brouwerijen opgespoord en ruim vijfhonderd brouwers beschreven. In zijn onderzoek heeft hij zich geconcentreerd op het platteland van Zuid-Limburg en de stad Maastricht in de Franse Tijd (1795-1814). Onderzoeker-schrijver Frans Crutzen is afgestudeerd archivaris en daarnaast de pastoor van Klimmen en Ransdaal. Brouwers in Zuid-Limburg (1795-1814), Frans Crutzen, een uitgave van Janssen Grafimedia Beek, verkoopprijs € 24,95, voor meer informatie: Frans Crutzen, Ransdalerstraat 74, 6312 AJ Ransdaal, e-mail [emailprotected], telefoon 043 – 459 12 21).

Het voormalige Panhuys van Wijnandsrade (foto: Math America, Nuth)

Het was door zijn bereidingsproces veel veiliger te drinken. Die status van het gerstenat maakte dat er veel meer mensen bier dronken.De meeste brouwerijen werden geleid door gehuwde mannen. Na hun dood namen vaak hun weduwen of eventuele andere erfgenamen het bedrijf over. Ook kinderen namen meer dan eens tijdens het leven van hun vader de brouwerij over. In het onderzochte gebied trof de schrijver van het boek ‘Brouwers in Zuid-Limburg’ slechts een brouwerij aan die onder leiding van ongehuwde vrouwen stond, te weten die van Emereance en Marie Dupuis in Eijsden. Grotere maar meer landelijke gemeenten zoals Nuth, Oirsbeek, Schinnen, Valkenburg, Voerendaal en Wittem telden elk drie tot vijf bedrijfsmatige brouwerijen binnen hun grenzen, meestal verspreid over de grootste kernen van de gemeente. Twaalf plaatsen telden er twee, te weten: Breust, Eijsden, Gronsveld, Mheer, Oud-Valkenburg, Rimburg, Schimmert, Schinveld, Spaubeek, Stein, Ubach over Worms en Wijlre. Voor de uitgestrekte gemeente Kerkrade, met een behoorlijk groot bevolkingsaantal, is in de jaren 1800-1811 slechts een bedrijfsmatige brouwer in het centrum van het dorp bekend, zo ook voor de gemeenten Amstenrade, Bocholtz, Brunssum, Bunde, Elsloo, Geulle, Hoensbroek, Houthem, Hulsberg, Itteren, Jabeek, Klimmen, Margraten, Mesch, Nieuwenhagen, Noorbeek, Schaesberg, Simpelveld en Slenaken en hoogstwaarschijnlijk ook Wijnandsrade’.

50

Wat betekent deze plaatsnaam? Een naslagwerk met heldere verklaringen van de Limburgse plaatsnamen, die in deze publicatie vanuit diverse archieven en bronnen zijn bijeengebracht. Het boek geeft korte verklaringen voor nagenoeg alle plaatsnamen die in Limburg voorkomen. Daarbij heeft de auteur de plaatsnaam, de eerste schriftelijke vermelding en de schrijfwijze in het dialect vermeld, gevolgd door de verklaring van de naam. Herman Kaldenhoven komt uit het onderwijs. Hij is leraar Frans geweest en heeft zich altijd sterk geïnteresseerd in de taal. Zijn boek over Limburgse toponiemen komt uit die interesse voort. De schrijver heeft voor zijn boek over de Limburgse plaatsnamen jarenlang een groot aantal publicaties en archieven geraadpleegd om een zo volledig mogelijke lijst te kunnen samenstellen. Wat betekent deze plaatsnaam? (Verklaringen van Limburgse plaatsnamen), Herman Kaldenhoven, uitgever Leon van Dorp, ISBN 978-9079226-01-6, verkoopprijs € 19,50. De geur van kolen Geïnspireerd door de inhoud van een koffer uit de nalatenschap van zijn ouders is de schrijver Joep Dohmen op zoek gegaan naar de geschiedenis van zijn familie. Dat heeft geleid tot het vlot geschreven en boeiende boek ‘De geur van kolen’. Daarin beschrijft hij niet alleen het verhaal van de familie Dohmen-L’Ortye, maar ook en vooral de onthullende geschiedenis van Heerlen in de achterliggende eeuw; een dorp dat in een mum van tijd uitgroeide tot een moderne mijnstad maar dat sinds het sluiten van de mijnen kampt met leegloop, verpaupering en verval. Als rode draad loopt door ‘De geur van kolen’ het familieverhaal van de schrijver, dat op basis van de inhoud van de oude koffer weer tot leven komt. 51

De moeder van Joep Dohmen was een echte L’Ortye, dus het levensverhaal van zijn ouders speelt zich bijna onvermijdelijk ook (een beetje) in Wijnandsrade af. In haar laatste levensfase heeft Annemiek Dohmen-L’Ortye zelfs nog een tijdje ‘op het kasteel van Wijnandsrade’ gewoond. Op bladzijde 213 en 214 tekent haar zoon op: ….. ‘Bijna dertien jaar nadat ze met Hub de bouwval kocht, verkoopt Annemiek de Caumermolen. Het onderhoud is haar te veel, en te duur. Drie van de vijf kinderen zijn het huis uit. Ze verhuist naar een huis van een oud-mijningenieur aan de Bongaertslaan, genoemd naar de verzetsheld. Niet voor lang, want zonder de honkvaste Hub hervat Annemiek het verhuizen zoals ze dat vóór haar trouwen gewend was. Na vijf jaar Bongaertslaan koopt ze een patiobungalow in de nieuwe wijk Gelein aan de rand van Heerlen. De bungalow wordt al snel weer verkocht. Annemiek huurt een appartement in het kasteel van Wijnandsrade. Tegen familie en vrienden vergeet ze niet te zeggen dat het een historische verhuizing betreft. Hier kwamen de L’Ortyes immers terecht nadat hun stamvader in de 16e eeuw door de Spanjaarden uit het Land van Dalhem was verbannen. De familie pachtte de kasteelboerderij. Annemiek woont er weer vlakbij. Haar jongste kinderen zijn het huis uit. Annemiek is oma geworden. Jeltje, die in de jaren zestig voor haar kinderen zorgde, komt terug en helpt haar met het huishouden. Annemiek leert bridgen en gaat met broers en schoonzussen op vakantie, zoals ze in de jaren vijftig ook al deed.Toen per fiets of brommer, nu per bus of vliegtuig. Ze stuurt ansichtkaarten uit Engeland, Rusland, Frankrijk en Griekenland. Het is een tijd waarin ze gelukkig is, met een actief sociaal leven en altijd wel op pad’. ….. ‘Op 10 november 2002 wordt Annemiek 75 jaar. Ze woont daarna nog twee jaar in ‘haar’ kasteel in Wijnandsrade. In 2004 verhuist ze terug naar Heerlen, naar een appartement aan de Nobelstraat. Het is haar achtentwintigste adres, en haar laatste. De flat heeft huisnummer 13’. En de vader van de auteur, die bijzonder was geïnteresseerd in heemkunde en die zich op dat gebied zowel in Heerlen als op provinciaal niveau verdienstelijk heeft gemaakt, blijkt zich te hebben verdiept in de geschiedenis van de familie L’Ortye. (Bladzijde 155): ….. ‘Hub zal ook de familiegeschiedenis van Annemiek uitpluizen. De familie L’Ortye komt uit de streek ten zuiden van wat nu Nederlands-Limburg is. De geschiedenis gaat vierenhalve eeuw terug. De stamvader leefde in het midden van de 16e eeuw in Trembleur, in het land van Herve. Dat was Jehan Jaspar, landbouwer en grondbezitter. Jaspar had als bijnaam ‘de netel’, in het Frans l’ortie. In die taal is er ook een uitdrukking ‘c’est un paquet d’orties’ wat zoveel betekent als: dat is een lastig mens, een kruidje-roer-me-niet. Jean L’Ortye, een achterkleinzoon van Jaspar, bij wie de bijnaam familienaam is geworden, komt in de 17e eeuw in het Zuid-Limburgse dorp Wijnandsrade terecht. Daar pacht hij de kasteelhoeve van de baron. Zijn nazaten bouwen boerderijen in de omgeving en worden burgemeester of wethouder. Een van de nazaten van de L’Ortyes die de kasteelhoeve hebben gepacht, is de vader van Annemiek. De gegoede boerenfamilie ziet de erfenissen overigens van generatie op generatie kleiner worden. In 1871 wordt brouwerij De 52

Het kasteel

Kroon in Wylre verkocht aan de familie Brand. De brouwerij zal uitgroeien tot Brand’s bierbrouwerij. In zijn zoektocht naar de geschiedenis van de familie van Annemiek doet Hub een waardevolle vondst. In een archief in Brussel ontdekt hij een 16e-eeuws vonnis van de Raad van Beroerten, ingesteld door de hertog van Alva. Hij is de bestuurder van de Spaanse koning in de Nederlanden. Op 30 juni 1569 worden stamvader Jehan Jaspar en zeven andere inwoners van Trembleur op bevel van de hertog door de Raad van Beroerten veroordeeld wegens hulp aan Willem van Oranje. Hij zou samen met anderen krijgsvolk geronseld hebben voor de veldtocht van de prins. Jehan Jaspar wordt levenslang verbannen uit de landen en de heerlijkheden van de Koning van Spanje. De vondst van Hub bezorgt hem waardering bij de familie van Annemiek. Hub triomfeert tijdens een L’Ortye-reünie in Wijnandsrade. Op foto’s staat hij in het middelpunt, gangmaker op het feest. Met zwaaiende armen geeft hij de maat aan tijdens een polonaise van tweehonderd L’Ortyes. Zijn wangen glimmen van opwinding’. Joep Dohmen is sinds de jaren tachtig werkzaam als journalist. Hij begon zijn carrière bij het Limburgs Dagblad en De Limburger. Sinds 1999 werkt hij bij NRC Handelsblad. Eerder verschenen van zijn hand spraakmakende en bekroonde boeken over De Vriendenrepubliek, het Europees parlement, de bouwfraude en het kindermisbruik in de Katholieke Kerk. De geur van kolen, Joep Dohmen, uitgeverij Bruna, ISBN 978-90-79226-10-8, verkoopprijs € 19,50. Wiel Oehlen

53

De Vriendenwinkel

Ook in de gemeente Nuth gaat het maar door! Tussen vrijdag 4 en maandag 7 april werd aan de Hellebroekerweg het bronzen beeld ‘Het gezin’ van zijn sokkel gerukt en ontvreemd. Het beeld is in 1996 door Ron Beenen vervaardigd en aan de entree van Wijnandsrade geplaatst. Uiteraard

54

Publicatie Omschrijving

Prijs

Bulletins Vanaf nummer 15

Onderzoeksverslagen, heemkundige wetenswaardigheden, interviews, historische en hedendaagse foto’s

€ 0,50

Bokkenrijders romdom Wijnandsrade (1992)

Historisch onderzoek, rijk geïllustreerd

€ 2,00

Mit d’r pungel op de fiets Boekje over Wijnandsrade en het (1997) mijnwerkersverleden

€ 2,00

Met uw stok telt gij aan de stenen (1996)

Weg- en veldkruisroute in en rondom Wijnandsrade

€ 2,00

Kruisen en Kapellen in Wijnandsrade (2005)

Wandel- en fietsgids

€ 4,00

Wijnandsrade, de parel van Zuid-Limburg (2002)

Cultuurhistorische standaardwerk over het dorp Wijnandsrade

€ 7,50

Wijnandsrade BinnensteBuiten (2007)

Mooi uitgegeven portret van het dorp Wijnandsrade, historische artikelen afgewisseld met interviews met oudere en jongere Wijnandsradenaren

€ 12,50

Mannenkoor L’Esprit Cd met de opname van een concert van (2003) mannenkoor L’Esprit in de kerk van Wijnandsrade

€ 2,00

Wijnandsrade

€ 6,00

Dvd met veel beeldmateriaal en gesproken teksten

Heeft u belangstelling voor een van onze producten? Mail of bel ons en maak een afspraak om uw bestelling op te halen. De telefoonnummers van de bestuursleden en het e-mailadres van ons secretariaat staan achterin dit bulletin. Wij kunnen uw bestelling ook per post verzenden, als u eerst het bedrag (inclusief de portokosten) hebt overgemaakt. Ook onze rekeningnummers staan achterin dit bulletin.

55

Colofon

Terloops (1)

Heemkundevereniging Vrienden van Wijnandsrade

Boer zoekt vrouw.

Opgericht op 22 december 1981 als de stichting Vrienden van Wijnandsrade Sinds 1994 notarieel geregistreerd als een heemkundevereniging

En toen de boer moest rupsen,

Rekeningnummer NL 57 RABO 0137 7984 90 voor donaties en de betaling van boeken (e.d.) NL 43 RABO 0137 7363 71 voor de betaling van de contributie Ten name van Heemkundevereniging Vrienden van Wijnandsrade.

kregen alle vrouwelijke kandidaten gelijk

Website: www.vriendenvanwijnandsrade.nl

vlinders in de buik. Wiel Oehlen

Dagelijks bestuur

Voorzitter: Wilfried Dabekaussen (045 – 524 13 20) Vice-voorzitter: Jack Jetten (045 – 524 11 35) Secretaris: Jo Luijten (045 – 524 24 29, Mascherelstraat 16, 6363 AW Wijnandsrade, [emailprotected]) Penningmeester: Rein Krikke (045 – 565 01 21) Ledenadministrateur: Ria Marell (045 – 524 51 67)

Algemeen bestuur

Thei Bindels Marjan den Boer-Bloebaum John Bruls Hub Gerards Arnold de Haas Jan Jansen Henk van Malkenhorst Math Marell Jos L´Ortye Esther Steins

(045 – 524 30 08) (045 – 524 41 32) (045 – 524 38 57) (045 – 577 87 12) (045 – 524 43 72) (045 – 524 26 96) (045 – 524 23 44) (045 – 524 17 05) (0475 – 401 12 21) (06 – 23 45 49 19)

Erevoorzitters F. Cortenraad J. Jansen Ereleden

J. Berger, H. Beckers, H. Binderhagel, Martin Bless, T. Bloebaum-Habets, E. Coenen-Vaessen, G. Cox, J. Habets, J. Jetten, T. Kickken-Senden, J. Luijten, H. van Malkenhorst, M. Marell, Z. Marell, Z. Meessen, W. Oehlen, J. L’Ortye, J. en A. Pijls-Emonds, C. Rutten, A. Teheux, H.Vos, J. van der Zee ‘Bulletin Wijnandsrade’ verschijnt twee keer per jaar. Een abonnement kost minimaal € 10,- per jaar (de meeste leden betalen spontaan een hoger bedrag). Wij gaan ervan uit dat de leden die ‘Bulletin Wijnandsrade’ per post ontvangen dit bedrag zelf spontaan verhogen tot minimaal € 15,-.

56

57

Terloops (2) Een man van rond de vijftig loopt achter een kinderwagen aan. Hij kijkt zo gelukkig dat het wel de grootvader moet zijn. Wiel Oehlen

Foto achterpagina

Het standbeeld van Wilhelm von dem Bongart op de kleine binnenplaats van kasteel Wijnandsrade, in 1999 vervaardigd door de beeldhouwer Pavel Kromholz

58

59

Bulletin Wijnandsrade, ISSN-nummer: 1574 – 2245

BULLETIN WIJNANDSRADE - PDF Free Download (2024)

References

Top Articles
Everything Meghan Markle said about her bombshell Oprah interview
The Ultimate Guide To Respecting Privacy: The "Overtime Megan Video" Scandal Unveiled
Botw Royal Guard
Sallisaw Bin Store
Barstool Sports Gif
Dive Bars With Pool Tables Near Me
Scammer phone number lookup. How to check if a phone number is a scam
Hk Jockey Club Result
Missing 2023 Showtimes Near Amc Classic Florence 12
Weather On October 15
Goodall Brazier hiring Vice President in Arizona, United States | LinkedIn
James Darren, ‘Gidget’ teen idol, singer and director, dies at 88
Www.citizen-Times.com Obituaries
Erste Schritte für deine Flipboard Magazine — Ein Blogger-Guide -
Goodwill letter success! **UPDATE** new scores: EX 782; EQ 764; TU 769 no more baddies!
„Filthy Rich“: Die erschütternde Doku über Jeffrey Epstein
Schluter & Balik Funeral Home Obituaries
Food And Grocery Walmart Job
Wieting Funeral Home
Www. Kdarchitects .Net
Scrotal Support Walgreens
Yovanis Pizzeria - View Menu & Order Online - 741 NY-211 East, Middletown, NY 10941 - Slice
Domino Near
Maritime News Archives
8 of the best things to do in San Diego: get a taste of nature near a laid-back city
Kuronime List
Cherry Crush Webtoon Summary
Samanthaschwartz Fapello
Kroger Liquor Hours
The Professor Tape 1 Prof Snow Myvidster
modelo julia - PLAYBOARD
Katmoie
Uhaul L
Costco Gas Price Fort Lauderdale
The Angel Next Door Spoils Me Rotten Gogoanime
I-80 New Jersey Traffic and Road Conditions
Craigslist Free Charlottesville Va
Realidades 2 Capitulo 2B Answers
When Is The Next Va Millionaire Raffle 2023
Craigslist Mexico Cancun
Https://Gw.mybeacon.its.state.nc.us/App
Jami Lafay Gofundme
The Untold Truth Of 'Counting Cars' Star - Danny Koker
Flixtor The Meg
Dermatologist Esthetician Jobs
Cnas Breadth Requirements
Intel Core i3-4130 - CM8064601483615 / BX80646I34130
Sak Pase Rental Reviews
Tillamook Headlight Herald Obituaries
Summer Rae on WWE return: Royal Rumble is 'step in the right direction'
Horoskopi Koha
Rexford Tucker Pritchett
Latest Posts
Article information

Author: Foster Heidenreich CPA

Last Updated:

Views: 6359

Rating: 4.6 / 5 (76 voted)

Reviews: 83% of readers found this page helpful

Author information

Name: Foster Heidenreich CPA

Birthday: 1995-01-14

Address: 55021 Usha Garden, North Larisa, DE 19209

Phone: +6812240846623

Job: Corporate Healthcare Strategist

Hobby: Singing, Listening to music, Rafting, LARPing, Gardening, Quilting, Rappelling

Introduction: My name is Foster Heidenreich CPA, I am a delightful, quaint, glorious, quaint, faithful, enchanting, fine person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.